Door christendom geïnspireerde liberaal
De Tweede Kamerleden Duisenberg (VVD), Maij (PvdA) en Heerma (CDA) hebben ten minste één ding gemeenschappelijk: hun vader of moeder zat ook in de landelijke politiek. In een korte serie vertellen de drie over hun ouderlijk huis en hoe zij in het leven staan. Vandaag Pieter Duisenberg.
”Ik groeide op in een echt PvdA-gezin. Mijn vader was minister van Financiën in het kabinet-Den Uyl en mijn moeder raadslid in Uithoorn. Ik ben de jongste van drie kinderen. Het was een fijn gezin. Mijn vader was wel veel weg. Dat vond ik vervelend. Ook vond ik het niet leuk als mensen hem herkenden op straat. Ik was zeven toen hij minister werd. Als ik vriendjes bezocht, wilde ik zorgeloos spelen. Ik had geen behoefte aan vaders die tegen mij begonnen over hun belastingen.
In de vakanties hadden we mooie tijden. Elke zomervakantie gingen we naar Friesland om te varen.
We spraken thuis weinig over politiek. Gelukkig maar. Als jongen praat je liever over voetbal en buitenspelen. Er waren regelmatig besloten politieke bijeenkomsten bij ons thuis. We woonden in Scheveningen en onder ons huis was een kelder met een bar. Daar kwamen geregeld politieke kopstukken bij elkaar om te praten over de politiek én het glas te heffen. Wat ik me ook nog goed herinner, is dat mijn vader met een aantal prominenten tijdens een verblijf van ons gezin op de boot in Friesland de 1 procentsnorm bedacht, waarbij de overheidsuitgaven per jaar niet meer dan 1 procent mochten stijgen. Ik had niet door wat er aan de hand was. Later kwam ik in de economieboeken tegen wat er toen was besloten. Dat vond ik toen wel leuk.
Mijn ouders waren beiden remonstrants en vonden dat hun kinderen kennis moesten maken met het christelijk geloof. Daarom lieten zij ons naar christelijke scholen gaan, maar we moesten zelf kiezen of we ons wel of niet lieten dopen. Zij zijn zelf ongeveer rond hun twintigste gedoopt. Mijn moeder, die nog leeft, is zeker nog bezig met het geloof; mijn vader was dat niet.
Geduldig
Na de middelbare school ben ik economie gaan studeren. Ik heb lang gedacht dat ik dat juist níét moest doen. Ik wilde niet iets doen wat mijn vader ook deed. Maar je moet altijd je hart volgen. Ik heb getwijfeld tussen economie en geschiedenis. Uiteindelijk koos ik toch voor het eerste, want economie vond ik op school toch het mooiste vak.
Ruim tien jaar geleden vroeg de VVD of ik actief wilde worden. Dat deed ik niet, want ik wilde mijn eigen pad gaan, mijn eigen carrière opbouwen en identiteit neerzetten. In 2012 kwam die vraag van de VVD opnieuw. Het kabinet was net gevallen. Ik was heel boos, want hoe kan de politiek –in dit geval de PVV– midden in een crisis de stekker uit het kabinet trekken? Ik vond dat belachelijk. Toen ben ik toch gaan overwegen om die stap in de politiek te zetten. Na twintig jaar bedrijfsleven wist ik wat ik had en kon. Ik voelde me betrokken bij de hervormingen die nodig waren in Nederland. Een belangrijke fase voor ons allemaal. Ik moest maar eens ophouden met kritiek leveren vanaf de zijlijn en zeggen dat er te weinig mensen uit het bedrijfsleven in de politiek gaan. Nu had ik zelf het verzoek kregen van de VVD. Dat kon ik niet naast me neerleggen.
Het gaat in de politiek wel heel anders dan in het bedrijfsleven. Daar zijn kortere lijnen en besluiten die zijn genomen worden snel uitgevoerd. Aan het trage hier moest ik wel wennen. Mijn vrouw zegt altijd: „Jouw redding is dat je zo geduldig bent.”
Ondertussen heb ik het hier erg naar mijn zin. Ik heb het gevoel dat ik hier wat kan bereiken. En heb bereikt, zoals het akkoord over het studievoorschot en mijn aangenomen voorstel voor meer academische leraren in het vwo. Maatschappelijk relevant zijn, vind ik belangrijk. Dat geeft me energie. Beschikbaar zijn voor de gemeenschap is iets wat ik van thuis meekreeg.
PvdA-lid
In mijn jonge, onbezonnen jaren ben ik enige tijd lid geweest van de PvdA. Door mijn werk in het bedrijfsleven kreeg ik al snel een andere kijk op de samenleving en zegde ik het lidmaatschap op. De PvdA is vooral bezig met het verdelen van de koek. Naar mijn mening moeten we allereerst kijken hoe we een grotere koek kunnen krijgen. Dan zijn we uiteindelijk allemaal beter af.
Mijn keuze voor de VVD kwam toen ik voor mijn werk voor McKinsey een tijd in Australië verbleef en terugkwam in Nederland. Drie kenmerken uit die samenleving daar spraken mij bijzonder aan. Het eerste is samen de schouders eronder zetten en respect hebben voor eenieder. Het tweede: je moet je verantwoordelijkheid nemen. En tot slot is er een vangnet voor degenen die het echt niet redden.
Dat zijn de idealen waar ik ook voor sta. En ook in deze volgorde. Toen ik terugkwam in 2002 vond ik dat het meest terug bij de VVD. Ik sprak ook met mijn vader over mijn stap. Hij snapte mij. Mijn vader zat in de rechterflank van de PvdA en hield zich vanaf zijn vertrek van het Binnenhof niet meer bezig met actuele politiek.
Ik ben een liberaal die door het christendom wordt geïnspireerd. Mijn betrokkenheid bij het protestantisme kwam in een stroomversnelling door mijn vriendin, nu mijn vrouw. Zij was in een protestants gezin opgegroeid en heel actief in de kerk. Het geloof had en heeft betekenis in haar leven. Mijn vrouw en ik willen onze kinderen heel bewust laten opgroeien met de kerk en het christelijk geloof en met de normen en waarden die in de Bijbel staan. Ik vind het belangrijk dat de kinderen dat als het ware met de paplepel ingegoten krijgen. We hebben er daarom voor gekozen om onze kinderen op jonge leeftijd te laten dopen. We gaan naar de City Life Church hier in Den Haag. Dat is een moderne evangelische gemeente die de kinderen aanspreekt met een traditionele boodschap van geloof, hoop en liefde.
Op dit punt maak ik dus een andere keus dan mijn ouders, die aan mij de keus lieten. Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen het geloof als het ware van nature meekrijgen. Je zou het verwijt kunnen krijgen dat het dan geen bewuste keuze is. Maar ze kunnen altijd nog besluiten om er niets mee te doen –wat ik overigens niet hoop.
Ik heb de weg andersom bewandeld. Die is veel moeilijker. Als ik mijn vrouw niet had ontmoet, had ik die stap mogelijk niet gezet. Ik ben zelf nog niet gedoopt. Bij elke doopdienst die ik meemaak, luister ik met gespitste oren. Als rationeel mens denk ik soms: Is het echt zo of maak ik mezelf wat wijs? Want mijn „ja is ja” en mijn „nee is nee.” Dat is moeilijk. Daarom wil ik het voor mijn kinderen, die ondertussen 13, 16 en 17 jaar zijn, zo organiseren dat ze het geloof als het ware meekrijgen als de stroom van een rivier. Ik wil hen niet overleveren aan onzekerheid en twijfel.
Gescheiden
Wat ik ook belangrijk vind, is stabiliteit in mijn huwelijk. Mijn vader en moeder zijn gescheiden toen ik ging studeren. Dat vond ik niet leuk en ik wilde het niet. Ik vind het gezin heel belangrijk. Met mijn moeder heb ik nog altijd een fijne relatie. Mijn vader is helaas te vroeg overleden; wat had ik graag mijn ervaringen in de Kamer met hem gedeeld. Met zijn tweede vrouw heb ik geen contact meer.
Als ik in de kerk zit, maak ik vaak aantekeningen op mijn iPhone van uitspraken die ik inspirerend vind. Bijvoorbeeld deze uit een preek over Psalm 85: „Relaties zijn de strategie van God om Zijn boodschap te brengen.” Ik vind het belangrijk om mensen te helpen zonder dat ik daar zelf beter van wordt. Dat probeer ik buiten de politiek in de praktijk te brengen, maar ook er binnen. Mijn vrouw en ik zeggen dat ook tegen onze kinderen: Het is goed om dingen te doen voor anderen zonder dat je er iets voor terug verwacht. Jezus is daarbij ons voorbeeld. Hij heeft het ultieme offer gegeven, namelijk Zijn leven.”
Volgende week zaterdag deel 2 van deze serie.
Pieter Duisenberg
Zoon van: Wim Duisenberg
Geboren: 2 juni 1967 te Washington
Opleiding:
– vwo op Eerste Vrijzinnig Christelijk Lyceum te Den Haag (1979-1985)
– studie macro- en monetaire economie Erasmus Universiteit (1990-1995)
– studie Russisch op School Militaire Inlichtingendienst (1991-1992)
loopbaan:
– diverse functies bij Shell (1992-2007), tussendoor strategieconsultant bijMcKinsey & Company (1998-2002)
– financieel bestuurder bij Lemnis LED Lighting (2007-2009)
– directeur financiën bij energiebedrijf Eneco (2009-2012)
– VVD-Kamerlid (vanaf 2012), woordvoerder onderwijs & wetenschap, voorzitter vaste Kamercommissie financiën
Gezin: gehuwd, drie kinderen
Levensbeschouwing: protestants (PKN)
Wim Duisenberg
Wim Duisenberg (1935-2005) was een Friese PvdA-econoom met een grote staat van dienst. Hij kreeg landelijke bekendheid als minister van Financiën in het progressieve kabinet-Den Uyl (1973-1977). Daarvoor was hij onder meer staflid van het Internationaal Monetaire Fonds in Washington. Als minister ontwikkelde hij de 1 procentsnorm. Die hield in dat de groei van de overheidsuitgaven tot dat percentage beperkt moest blijven.
Nadat het kabinet-Den Uyl viel, stapte Duisenberg over naar het bankwezen en werd uiteindelijk president van De Nederlandsche Bank. Van 1997 tot 2003 gaf hij leiding aan de Europese Centrale Bank en speelde een belangrijke rol bij de invoering van de euro.
Duisenberg hamerde in de periode nadat hij uit de politiek was op het belang van lage overheidsuitgaven. Hij zei eens over het werk van een minister van Financiën: „Je hoeft maar één ding goed te kunnen en dat is nee zeggen. De enige keer dat je ja mag antwoorden, is op de vraag: „Zei je echt nee?”” Voor PvdA-begrippen was Duisenberg een rechtse politicus. Hij had een kalme uitstraling. Vanwege zijn markante gezicht en flinke haardos kreeg hij als bijnaam ”de Hollandse Kennedy”.
Uit het eerste huwelijk van de PvdA-econoom zijn drie kinderen geboren, van wie Pieter de jongste is. Toen laatstgenoemde ging studeren, gingen zijn ouders scheiden. Wim Duisenberg trouwde enkele jaren daarna met Gretta van Nieuwenhuizen.
Duisenberg overleed plotseling in 2005, waarschijnlijk aan een hartinfarct. Hij werd gevonden in het zwembad van zijn tweede woning in het Franse Faucon.
In 2007 werd in zijn geboorteplaats Heerenveen als eerbetoon een buste van hem onthuld. De Rijksuniversiteit Groningen, waar Duisenberg in de jaren vijftig en zestig studeerde en promoveerde, stelde in 2009 een leerstoel in die vernoemd is naar de oud-minister en oud-bankpresident.