Landelijk politieteam zit bumperklever op de hielen
DEN HAAG. Snelheidsmaniakken, bumperklevers, drankrijders. Ze zijn doelwit van een landelijk projectteam van de politie. Dat is sinds enkele maanden op snelwegen actief, bleek woensdag.
De asocialen in het verkeer hebben de speciale belangstelling van het politieteam. „Denk aan mensen die op een baan rijden waarboven een rood kruis staat, waar je dus niet mag komen”, aldus Remco Gerretsen, woordvoerder van de nationale politie, woensdag.
Het landelijke verkeersteam telt enkele tientallen politiemensen. Die hebben de beschikking over opvallende én dertig onopvallende voertuigen (auto’s en motoren). Ze zijn in heel Nederland op snelwegen actief. „Het team richt zich op opvallende plekken. Denk aan wegen waar mensen vaak te hard rijden en locaties waar wegwerkzaamheden zijn.”
Kritiek
Het verkeersteam van de landelijke eenheid is met enkele tientallen agenten niet groot genoeg. Die kritiek uitten oud-verkeersofficier Koos Spee en Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, woensdag bij de NOS. „De snelwegpolitie had vroeger 400 à 500 mensen in dienst”, aldus Spee. „Het liefst had ik dat de snelwegpolitie nooit opgeheven was”, stelt Van de Kamp.
Gerretsen is het niet eens met de kritiek. „De snelwegpolitie is nooit weggeweest. Alleen is de verkeershandhaving nu anders georganiseerd, vanwege de vorming van de nationale politie. Voorheen bestonden er 25 regionale politiekorpsen én een landelijke eenheid (het KLPD, JV) die inderdaad verkeershandhaving op snelwegen als belangrijke taak had. Sinds 2013 kent de politie tien regionale politie-eenheden en een landelijke eenheid. Die tien regionale eenheden hebben hun eigen verkeerspolitie met hun eigen aandachtsgebieden. Het onlangs opgerichte projectteam van de landelijke eenheid ondersteunt de regionale eenheden.”
Is de verkeerspolitie het kind van de rekening vanwege de politiereorganisatie? „Dat geloof ik niet. Verkeershandhaving is altijd een belangrijk deel van het politiewerk.”
Kritisch is Spee ook over het feit dat het landelijke team onopvallende voertuigen inzet. „Je moet juist zichtbaar zijn, daar gaat een afschrikkende werking van uit.” Gerretsen: „We gebruiken óók herkenbare politiewagens, daar gaat inderdaad een preventieve werking van uit. Maar onopvallende voertuigen zijn ook nuttig. Want wat doet u als u te hard rijdt en in de verte een flitspaal ziet staan? Inderdaad, dan remt u af.”
Te veel werk
De komst van het landelijke team zou moeten betekenen dat er meer politiemensen bijkomen, vindt Han Busker, voorzitter van politiebond NPB. „Ik ben niet tegen de aanpak van verkeershufters, maar de vraag is: Waar halen we de mensen vandaan? De politie stapelt prioriteit op prioriteit. Nu moeten er ook weer op twintig treinstations agenten komen. Op dit moment doen we al te veel werk met te weinig mensen.”