De bewindsman kwam hiermee tegemoet aan een suggestie van de PvdA, die steun kreeg van D66 en GroenLinks. Maar minister Donner van Justitie ziet grote problemen omdat bedrijven dan gedwongen worden om mee te werken aan hun eigen veroordeling. Dat is in strijd met internationale mensenrechtenverdragen. Bovendien wees de bewindsman erop dat er bedrijven zijn die de belastende informatie inmiddels hebben vernietigd.

De bewindslieden moesten zich in de Tweede Kamer in een spoeddebat verantwoorden, nadat afgelopen weekeinde aan het licht kwam dat het Openbaar Ministerie (OM) bouwfraude onderzoekt bij de bouw van kantoren en dergelijke. Tot dusver waren in de parlementaire enquête van de commissie-Vos vooral verboden prijsafspraken in de grond-, weg-, en waterbouw aan het licht gekomen.

Bovendien werd dinsdag onthuld, dat bij het Openbaar Ministerie een tip was binnengekomen via het ministerie van VROM over bouwfraude. Volgens minister Donner ging dat laatste om verjaarde fraude uit de jaren tachtig, die was aangedragen door iemand die er zelf bij betrokken was en die bovendien tegenprestaties vroeg. De tipgever wilde geld zien en de verzekering dat het OM geen strafvervolging tegen hem zou instellen. Justitie kon daar natuurlijk niet in meegaan, aldus Donner. Zulke deals zijn sinds de zogeheten IRT-affaire uit den boze.

Ook wees de bewindsman erop dat het OM in een andere zaak pas sinds vorige week woensdag beschikt over „verrekeningslijsten” die zijn aangetroffen bij een bouwonderneming en die duiden op verboden prijsafspraken. Over die zaak kon hij dus nog niet veel zeggen, behalve dat het vooral lijkt te gaan om praktijken zoals die ook bekend zijn uit de parlementaire enquête. Van een nieuwe bouwfraude is geen sprake, zei de bewindsman. In deze zaak gaat het om afspraken die tussen 1995 en 2001 zijn gemaakt.

Woensdag wordt het debat in de Tweede Kamer voortgezet en dan moet blijken of de Kamer genoegen neemt met de uitleg van de ministers.