Vijf maanden detentie geëist tegen slapende mariniers
Het Openbaar Ministerie heeft maandag vijf maanden onvoorwaardelijke militaire detentie geëist tegen twee Nederlandse mariniers die op een wachtpost in Irak in slaap waren gevallen.
Het voorval gebeurde vorig jaar op 15 augustus toen het tweetal tijdens hun wacht om kwart voor zes ’s ochtends in slaap was gevallen. Daardoor waren zij niet in staat het bewakingsgebied te controleren en ontstond er volgens het OM gevaar voor de veiligheid van de manschappen; een bedreigende situatie die tot desastreuze gevolgen had kunnen leiden.
Vakbonden voor defensiepersoneel reageren zeer verbaasd op de eis van het OM. „Buitensporig", oordeelt de AFMP. „Er waren verzachtende omstandigheden als hitte en werkdruk." Ook de VBM begrijpt niets van het OM.
In de aanklacht is sprake van artikel 107 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Dit artikel spreekt van het „opzettelijk" onttrekken „aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid: kortom de mariniers zouden zich tijdens hun wacht bewust te slapen hebben gelegd".
Namens de twee mariniers heeft raadsman S. Springer maandag betoogd dat er door regering of ministerie van Defensie aan de militairen niet was medegedeeld dat de uitzending gold als „in tijd van oorlog", wat door het OM wel genoemd wordt in de dagvaarding. Ook is er volgens hem geen sprake van opzettelijk in slaap vallen. De hoge temperaturen en oververmoeidheid waren daar debat aan, aldus de raadsman.
De Nederlandse mariniers waren in augustus nog maar net begonnen met hun missie in Al Muthanna, in het zuiden van Irak. De omstandigheden waren die eerste weken nog zeer primitief. De mariniers hadden hun kampement opgeslagen op een rangeerterrein bij de stad As Samawah. Slapen was vaak een probleem wegens de extreme hitte overdag en ’s nachts. Er waren nog geen tenten met airconditioning en de temperatuur liep overdag in de zon soms op tot 70 graden Celsius.
D66–Tweede–Kamerlid Bakker zet na de zaak rond marinier Erik O. opnieuw vraagtekens bij het optreden van justitie in Arnhem. „Bij Erik O. is er volgens justitie geen sprake van oorlogsomstandigheden en nu bij de slapende mariniers ineens wel. Dat is op zijn minst vreemd. En het lijkt me sterk dat deze militairen opzettelijk in slaap zijn gevallen."
De mariniers zijn na hun wachtdelict vorig jaar augustus niet tuchtrechtelijk gestraft en hebben hun vier maanden in Irak gewoon uitgediend.
De rechtbank doet 1 maart uitspraak.