Amsterdam tegen akkoord illegalenopvang
AMSTERDAM (ANP). In de Amsterdamse gemeenteraad is met boosheid en verontwaardiging gereageerd op het illegalenakkoord dat het kabinet woensdag bereikte. Een meerderheid ziet er niets in. Door dit nieuwe akkoord komt een eind aan de bed-bad-broodregeling.
Amsterdam wordt in de nieuwe situatie een van de vijf dependances van het uitzetcentrum Ter Apel. D66, SP en GroenLinks willen niet dat asielzoekers in Amsterdam worden ‘geklinkerd’, wat op straat zetten betekent. „Hoe moeten we vaststellen dat iemand niet terug kan? En wat doen we met de meest kwetsbaren?”, wilde Jan Paternotte van D66 weten. „Hiermee wordt een streep door de humanitaire ondergrens gehaald. Ik hoop dat Amsterdam daar stelling tegen neemt.” De SP is verbijsterd. Volgens de fractie worden de problemen met het akkoord „bij de vijf grote steden over de schutting gegooid.”
De PvdA vroeg zich af hoe het gesloten akkoord zich verhoudt tot de zorgplicht van de gemeente. De partij wil dat er alles aan wordt gedaan om te voorkomen dat mensen op straat komen te staan.
Burgemeester Eberhard van der Laan wilde nog geen standpunt innemen, maar zei wel dat hij zich de boze reacties goed kon voorstellen. „Ik stond voor bed, bad en brood, en dat sta ik nog steeds, zei hij. Want daarmee wordt voldaan aan de humanitaire ondergrens. Daar helpt geen brief van het kabinet mij vanaf.” Maar, zo benadrukte de burgervader, de brief waarin het akkoord wordt uitgelegd, is ingewikkeld en pas woensdagavond naar buiten gebracht. Veel is volgens hem nog onduidelijk. Hij stelde voor om er over enkele weken dieper op in te gaan.
Ook in andere steden waar voor een beperkte periode opvang moet komen (Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven) klinkt kritiek. Zo zegt D66 in Utrecht, een van de coalitiepartijen in de stad, dat ‘bed, bad en brood’ gewoon blijft. Fractievoorzitter Klaas Verschuure wijst bij RTV Utrecht op de zorgplicht van de gemeente. „Dat betekent dat als mensen op straat terechtkomen en daar in onmenselijke omstandigheden moeten gaan leven, je daar als gemeente voor moet zorgen.”