„Nog 30.000 euro aan zorggeld te goed”
DRACHTEN. Amanda Nijholt runt een zorgbedrijf in Drachten. Ze verleent met 8 medewerkers ambulante zorg aan 52 psychiatrische patiënten. Ze luidt de noodklok.
„Voorheen hadden we allemaal cliënten met een pgb. Tegenwoordig hebben we met verschillende financiers te maken, die allemaal slecht betalen. Dat geldt voor de SVB, maar ook voor gemeenten. Van sommige gemeenten moet ik nog steeds geld over januari krijgen. Ook zorgverleners krijgen hun geld soms niet. Ze dreigen uit ongenoegen te stoppen met hun werk.”
De gevolgen van de veranderingen per 1 januari zijn zuur voor Nijholt. „Ik ben de hele dag bezig achter m’n geld aan te bellen. Ik kan m’n personeel geen vast contract geven, omdat er veel onduidelijkheid is. Bijvoorbeeld over de vraag welke cliënten volgend jaar hun zorgindicatie behouden. Ik maak veel extra kosten door de bureaucratische janboel. Zorginstanties communiceren slecht met elkaar en hanteren verschillende werkwijzen.”
Nijholt is ten einde raad. „Tot voor kort had ik een bloeiend bedrijf, maar ik sta op het punt de handdoek in de ring te werpen. Ik ben dit jaar gestart met een buffer van 23.000 euro. De personeelskosten per maand zijn 16.000 euro, exclusief mijn eigen inkomen. Er staat nog 13.000 euro op mijn rekening. Over twee weken moet ik het personeel weer betalen. Ik heb nog 30.000 euro te goed van de SVB en van gemeenten. Het bedrag wordt steeds hoger. Ik hoor dat collega-zorgaanbieders geld lenen bij familie of gaan stoppen.”
Failliet gaan is voor Nijholt geen optie. „Mijn man en ik hebben drie schoolgaande kinderen. Dat brengt hoge kosten met zich mee. Ik werk elke dag keihard, maar heb het idee dat ik het voor niets doe. Het werk in de zorg is een zware last geworden en al het plezier verdwijnt op deze manier. Als ik gemeenten of de SVB bel, word ik keurig te woord gestaan, maar ik kom er niets verder mee. Ik word er verschrikkelijk moedeloos van.”