Dat zijn enkele van bijna vijftig maatregelen die wethouder Pieter Litjens (Verkeer) donderdag presenteerde om de doorstroming van het verkeer in de hoofdstad te verbeteren. Aan het hele pakket maatregelen hangt een prijskaartje van 350 tot 400 miljoen euro.

De toenemende drukte in Amsterdam zorgt voor steeds meer opstoppingen. Litjens: „De doorstroming van het autoverkeer laat te wensen over, het openbaar vervoer gaat niet harder dan 15 kilometer per uur en je ziet fietsfiles: grote groepen fietsers die in een colonne achter elkaar fietsen.”

Door het verplaatsen van parkeerplekken naar garages onder de grond en het autoluwer maken van straten komt er meer ruimte voor fietsers en voetgangers „ter grootte van twintig voetbalvelden”.

Als de proef in de Negen Straatjes slaagt, wil de gemeente ook in andere delen van de stad experimenteren met het weren van auto’s. Er komt een onderzoek naar het doorgaand autoverkeer, om te kijken in hoeverre automobilisten écht in de stad moeten zijn.

Er komen fietsvriendelijke kruispunten, waarbij fietsers de auto’s niet in de weg zitten. Door verkeerslichten beter af te stellen moet de doorstroming van het autoverkeer verbeteren. De gemeente voert gesprekken met onder meer brugwachters om de openingstijden van de bruggen aan te passen.

In steeds meer straten gaat de maximumsnelheid omlaag van 50 kilometer naar 30 kilometer per uur, zodat snorfietsers gebruik kunnen maken van de rijbaan. De gemeente wil in en rond het centrum een maximale fietsparkeerduur invoeren van zes weken. Er loopt een onderzoek naar een betere verbinding van de IJ-oevers in de vorm van bijvoorbeeld een tunnel, een fietsbrug of een kabelbaan.

Dagelijks verplaatsen 1,1 miljoen fietsers en voetgangers zich in Amsterdam en zijn er ruim 400.000 autoritten in de stad.