Ook in zijn eigen kring ondervond Eringa hoe lastig de storingen zijn. „Mijn vrouw moet morgen naar Schiphol. Ze pakt de auto om geen risico te lopen dat ze haar vliegtuig niet haalt. Dat kan niet zo langer. Waardeloos.” Volgens Eringa ging het in de Schipholtunnel mis door individuele fouten. „Er is te veel een cultuurtje van ’ik veronderstelde dat… ‘of ik dacht dat…’ Dat wil ik niet meer horen. Je checkt gewoon iets.”

Eringa heeft meteen ingegrepen bij de spoorbeheerder. Monteurs komen dichter bij het spoor te zitten, zodat ze sneller ter plekke zijn. Ook krijgen ze een extra opleiding. ProRail liet later weten dat het ook minimaal tien extra inspecteurs inzet. Ze gaan toezicht houden bij grootschalige en cruciale werkzaamheden. In vervolg wordt standaard een 100% check uitgevoerd voordat het spoor weer vrij wordt gegeven. ProRail gaat binnen twee weken ook overleg voeren met de aannemers die werkzaam zijn binnen de driehoek Schiphol-Amsterdam-Utrecht om de situatie te verbeteren.

Eringa denkt dat duidelijkheid en een goede communicatie nodig zijn om van ProRail een topbedrijf te maken. Hij heeft veel ambities, maar vraagt ook om tijd. „Ik heb veel banen gedaan, maar ik ben geen tovenaar. Ik kan niet alles alleen en ook niet van vandaag op morgen. Ik heb hier een paar jaar de tijd voor nodig. We hebben de inzet van alle medewerkers nodig en ook die van de NS, de aannemers en alle spelers op het spoor.”