Vernietigend rapport over Wereldmuseum
ROTTERDAM (ANP). Het rammelt aan alle kanten bij het Wereldmuseum Rotterdam. De uitoefening van de museale functie, het collectiebeheer, het onderhoud daarvan en de bedrijfsvoering van het museum zijn onvoldoende. Vraag is of het museum nog wel zelfstandig door kan gaan.
Dat concludeert het bureau Luiten in een onafhankelijk onderzoek in opdracht van het college naar het functioneren van het museum. Cultuurwethouder Adriaan Visser van de gemeente Rotterdam is erg geschrokken van het rapport. Hij heeft direct een nieuwe raad van toezicht benoemd. Het vertrouwen in museumdirecteur Staneley Bremer is bij de wethouder tot het dieptepunt gedaald.
Zijn toekomst is onzeker. „De raad van toezicht zal met hem een indringend gesprek moeten voeren”, aldus de wethouder. Bremer lag al meerdere keren met het college overhoop over onder meer het verkopen van kunst en over de manier waarop hij de begroting opstelde.
Dat was ook mede de aanleiding een onderzoek in te stellen. Het museum bleek al langere tijd niet over een bevoegde raad van toezicht te beschikken. „Op het gebied van toezicht en verantwoording is het museum in gebreke gebleven”, aldus het onderzoek.
„Ik heb het rapport met pijn in het hart gelezen. Ik vind het ernstig dat het museum in een kwetsbare positie is geraakt. De conclusies en bevindingen liegen er niet om. Het rapport biedt wel goede handvatten om de toekomst in te gaan. Het Wereldmuseum hoort bij de stad. De vraag of en hoe dit op een financieel solide wijze mogelijk is, moet komende maanden worden beantwoord.”
De raad van toezicht gaat daarom komende maanden verschillende scenario’s voor de toekomst van het museum onderzoeken. Een van de mogelijkheden is dat het museum samengaat met een ander museum of daar intensief mee gaat samenwerken.
De wethouder steekt ook de hand in eigen boezem. Hij stelt voor om voor iedere instelling in de stad nog maar één gemeenteloket te hebben. Dit moet de samenwerking tussen de verschillende afdelingen binnen de gemeente en de dienstverlening aan de instellingen ten goede komen.