Onderzoek naar alternatief leugendetector
De Universiteit Maastricht (UM) onderzoekt of politie en justitie in de toekomst gebruik kunnen maken van een geheugendetector als alternatief voor de leugendetector. Dat meldde de Maastrichtse rechtspsygoloog prof. P. van Koppen vrijdag.
De leugendetector, ook wel poligraaf genoemd, is omstreden. Het gebruik ervan kan zo veel stress veroorzaken, dat foute conclusies kunnen worden getrokken. Volgens Van Koppen wijst een geheugendetector nooit een niet–schuldige als mogelijke dader aan. Het UM–onderzoek wordt mede gefinancierd door het ministerie van Justitie.
Bij het gebruik van de nieuwe geheugendetector stellen onderzoekers vragen over details die alleen een dader kan weten. Deze vragen worden afgewisseld met verzonnen details. Als iemand reageert op kennis die alleen de dader kan hebben, weet die meer van het delict af.
De geheugendetector kan volgens de Maastrichtse hoogleraar vooral zijn dienst bewijzen in het begin van de opsporing. Uit meerdere verdachten kan dan een snelle selectie worden gemaakt. Het apparaat mag echter nooit als doorslaggevend bewijs gebruikt worden.