Sumaiya (14) huilt van blijdschap na goed bericht kinderpardon
LELYSTAD. Het asielzoekersgezin Al-Junubi, dat eerst buiten de regeling van het kinderpardon viel, mag alsnog in Nederland blijven. „Toen ik het hoorde, begon ik te huilen”, zegt de hier geboren dochter Sumaiya (14).
Het gezin uit Lelystad kreeg maandag een telefoontje van zijn advocaat met het nieuws dat ze hier mogen blijven. Toen Sumaiya maandagmiddag uit school kwam en het bericht hoorde, barstte ze van blijdschap in tranen uit, vertelt ze.
Vader Khamal Al-Junubi (38), die in 1999 met zijn vrouw en oudste dochter uit Nigeria naar Nederland vluchtte, vertelde in april vorig jaar in deze krant zijn verhaal. Zijn gezin viel toen onder de groep asielzoekers van wie de aanvraag voor het kinderpardon was afgewezen, „omdat we de afgelopen jaren niet bekend waren bij de IND”, zo zei hij onder meer. Zijn drie jongste kinderen –nu 8, 11 en 14 jaar– zijn in Nederland geboren. Het gezin woont in Lelystad sinds het in 2003 vanuit vreemdelingendetentie op straat kwam te staan en een stichting hen opving.
Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) meldde vrijdag aan de Tweede Kamer dat tien gezinnen dankzij het kinderpardon alsnog in Nederland mogen blijven, nadat hij hun dossiers nog eens onder de loep had genomen. Met het telefoontje van zijn advocaat kwam voor Al-Junubi vandaag een eind aan meer dan vijftien jaar onzekerheid. „Het is gelukt. We mogen blijven”, zegt hij opgetogen.
Het gezin, dat is aangesloten bij een Afrikaanse kerk in Amstelveen, zegt daar komende zondag te willen danken voor het bericht dat ze in Nederland mogen blijven. Al-Junubi: „Eindelijk hebben we zekerheid over onze toekomst. Mijn kinderen kunnen rustig doorgaan met hun school en studie. We kunnen weer leven.”
Lees ook in Digibron:
Khamal Al-Junubi over het kinderpardon (Reformatorisch Dagblad, 19-03-2014)