Binnenland

Kind buiten beeld bij ouderschapsplan

Als we willen dat het belang van het kind bij een scheiding voorop komt te staan, moeten we beter naar hen luisteren. Onderzoeker Veronica Smits pleit voor psychologen en pedagogen bij een scheidingszaak.

Sophia Geuze (ND)
30 March 2015 15:31Gewijzigd op 15 November 2020 17:47
Bij een scheiding moet in het belang van kinderen ook de mening worden gevraagd van een psycholoog en een pedagoog, vindt onderzoeker Veronica Smits, die vandaag promoveerde. beeld RD, Henk Visscher
Bij een scheiding moet in het belang van kinderen ook de mening worden gevraagd van een psycholoog en een pedagoog, vindt onderzoeker Veronica Smits, die vandaag promoveerde. beeld RD, Henk Visscher

Scheiden doe je niet alleen. En als het aan onderzoeker Veronica Smits ligt, is een scheiding niet alleen een zaak van ouders, advocaten en een rechter. In het belang van het kind telt ook de mening van de psycholoog en de pedagoog. Vandaag promoveerde Smits aan Tilburg University op haar onderzoek ”Participatie van het kind bij het ouderschapsplan”. Vanaf woensdag is de promovenda in Tilburg universitair docent.

Vanwaar uw betrokkenheid bij kinderen in een scheiding?

„Ik heb verschillende functies gehad. Ik was plaatsvervangend kinderrechter, werkte in een jeugdgevangenis en zat in de klachtencommissie van de Raad van de Kinderbescherming. Telkens viel het me op dat kinderen nauwelijks gehoord worden. Dat vond ik een gemis.”

Wat was het schrijnendste dat u tegenkwam?

„Tijdens mijn onderzoek sprak ik een jonge vrouw. Ze was negen toen haar ouders gingen scheiden. Ze schreef drie keer een brief naar de rechter omdat ze wilde vertellen waarom ze niet meer naar haar vader wilde. Ze kreeg geen reactie, met als gevolg dat ze jarenlang tegen haar zin naar haar vader moest.

Dat heeft veel frustraties opgeleverd. Ze zag de bezoekjes helemaal niet zitten, haar 
vader had psychiatrische problemen. Op haar veertiende heeft 
ze alle contact met hem verbroken.”

In uw promotie staat de problematische scheiding centraal. Is voor een kind niet elke scheiding problematisch?

„In het algemeen zou je kunnen stellen dat een echtscheiding traumatisch is voor een kind. Maar de mate waarin dat trauma negatieve gevolgen heeft voor de rest van het leven, hangt af van de wijze waarop ouders met de scheiding omgaan. Als ze elkaar als ouder van het kind blijven respecteren en elkaar stimuleren de ouderrol te blijven vervullen, kan het minder traumatisch zijn. Dan wordt het een litteken in plaats van een open wond.”

Is een problematische scheiding hetzelfde als een vechtscheiding?

„Jaarlijks zijn er 7000 problematische echtscheidingen. Daaronder zijn vechtscheidingen, maar ik heb ervoor gewaakt die term te gebruiken. Dan kom je uit bij gevallen zoals die van de vader in Zeist die vanwege zijn scheiding zijn zoontjes vermoordde. Als je het alleen over die gevallen gaat hebben, vallen veel kinderen die ook de gevolgen van de problemen tussen hun ouders meemaken tussen wal en schip.”

Hoe hebt u uw onderzoek aangepakt?

„Ik heb aan de hand van literatuurstudie en een empirische studie onderzoek gedaan naar 
het fundament van een recht op participatie van het kind en naar de mogelijkheid tot participatie binnen het Nederlandse stelsel.

Vervolgens heb ik onderzocht hoe professionals in de praktijk omgaan met de betrokkenheid van het kind bij het ouderschapsplan. Mijn uitgangspunt was het ouderschapsplan dat sinds maart 2009 verplicht is. Ouders met minderjarige kinderen moeten 
in dat plan uitleggen wat de gevolgen van hun scheiding voor hun kinderen zijn. In de wet staat dat kinderen bij het plan betrokken moeten worden. Maar hoe staat er niet bij en ook niet vanaf welke leeftijd.”

Wat wees de praktijk uit?

„Kinderen hebben het recht om mee te praten. Dat kun je opmaken uit bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Europees Sociaal Handvest en het EU-handvest. Maar in Nederland geldt dat alleen voor kinderen vanaf twaalf jaar. Of dat in andere landen anders is, heb ik niet onderzocht. Het opstellen van het ouderschapsplan ligt verder op het bordje van advocaten. Dat zijn juristen, terwijl er in het plan veel immateriële zaken geregeld moeten worden. Je kunt een scheiding niet alleen als een juridisch proces beschouwen. Het is een emotioneel gebeuren waarbij een gezin uiteenvalt en er nieuwe verbanden ontstaan. Er zijn advocaten die het ouderschapsplan laten opstellen door pedagogen, kinderpsychologen of gezinstherapeuten, omdat zij ook inzien dat de kindgerelateerde zaken beter door een gedragsdeskundige kunnen worden ingevuld.”

Wat staat er in een ouderschapsplan?

„Er staat in hoe de zorg- en opvoedingstaken verdeeld worden en hoe ouders met elkaar communiceren over moeilijke beslissingen, zoals medische aangelegenheden, godsdienstige opvoeding en schoolkeuzes. In Nederland gaan we uit van gelijkwaardig ouderschap. Ouders zijn verplicht elkaar te informeren en te consulteren bij beslissingen over hun kind. In het ouderschapsplan wordt ook vastgelegd wat ouders financieel bijdragen. Het is een dynamisch plan dat steeds bijgesteld kan worden.”

De ouders bepalen in welke mate de visie van een kind wordt meegewogen in het ouderschapsplan. Kunnen ze het ook naast zich neerleggen?

„In principe wel, maar kinderen mogen ook niet verantwoordelijk gemaakt worden voor de gevolgen van een echtscheiding. Ze moeten wel kunnen zeggen wat ze ervan vinden, wat ze erbij voelen en wat zij belangrijk vinden.”

Als de mening van een kind nooit doorslaggevend is, hoe kan het dan toch invloed hebben?

„Dat kan als we de instrumenten introduceren die kinderen nodig hebben. Ze moeten bijvoorbeeld weten waar het over gaat en waar ze over mee mogen praten. Bijvoorbeeld over de mate van contact die het met beide ouders houdt. Daar kan een veertienjarige best iets over vinden. Dat is iets anders dan dat een boze puber opeens bij de andere ouder wil gaan wonen. Als dat zo is, moeten beide ouders daarover praten. Ouders moeten kinderen leren dat problemen er niet zijn om te ontvluchten.”

Wat is uw voorstel?

„Erkenning van het recht van participatie voor ieder kind zal het uitgangspunt in de regelgeving moeten zijn. In ons rechtssysteem kennen we de bijzondere curator. Die vertegenwoordigt het kind. Nu is dat meestal een advocaat, maar dat zou beter een gedragsdeskundige of een gezinstherapeut kunnen zijn. Zij weten wat in het belang van het kind is, ook van baby’s en peuters. Gescheiden ouders met een zuigeling doen er bijvoorbeeld voor de hechting goed om aan dagelijks contact te hebben met hun baby. Het zou mooi zijn als ouders kunnen afspreken dat de moeder het kindje elke avond instopt als het bij de vader woont.”

U citeert de Joodse pedagoog en kinderarts Janusz Korczak (1878-1942). Wat valt er anno 2015 van hem te leren?

„Heel veel. Hij is de stichter van een weeshuis in Warschau waarbij de participatie van kinderen centraal stond. Hij leerde met kinderen praten door naar ze te luisteren in plaats van ze belerend toe te spreken. Ik deel zijn visie dat wat kinderen denken en voelen, zij beter weten dan wij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer