Hervorming WAO wordt nog lastige klus
Hervorming van de WAO geldt als een van de belangrijkste klussen die het kabinet resteren. Dat het al voordien de goede kant uit gaat met de arbeidsongeschiktheid in Nederland, maakt het er voor de verantwoordelijke bewindslieden niet gemakkelijker op.
Al decennialang geldt de WAO als belangrijk zorgpunt in de Nederlandse politiek. Het aantal mensen dat erin verdween, was sinds de wet in 1967 in het Staatsblad verscheen veel hoger dan gedacht. Medio jaren tachtig bond premier Lubbers de kat stevig de bel aan met de historische diagnose: „Nederland is ziek.”
Voordat Lubbers echter in 1991 -samen met vice-premier en PvdA-leider Kok- toekwam aan een echte stelselherziening, daalde het aantal WAO’ers weer. Dat zette de toch al moeilijke hervormingsdiscussie onder zware druk. Uiteindelijk kwam het derde kabinet-Lubbers met niet meer dan een aantal aanscherpingen.
Die bleken vervolgens onvoldoende om het tij daadwerkelijk te keren. In de loop van de jaren negentig begon het aantal WAO’ers weer te stijgen. Zelfs het miljoen arbeidsongeschikten kwam in zicht. Dat bewoog Kok, nu zelf premier, de zaak toch weer op te pakken. Erg daadkrachtig gebeurde dat overigens niet; het bleef bij een grondig onderzoek door de commissie-Donner.
Inmiddels bevindt de politiek zich in een situatie die vergelijkbaar is met de jaren negentig. Er zit een kabinet dat serieus naar hervorming streeft. De minister van Sociale Zaken, CDA’er De Geus, heeft er zelfs zijn belangrijkste beleidspunt van gemaakt. Maar tegelijkertijd beginnen de WAO-cijfers zich in gunstige richting te ontwikkelen.
Dat wordt toegeschreven aan de Wet verbetering poortwachter, sinds 1 april 2002 van kracht, die strengere eisen stelt aan zieke werknemers en aan hun werkgevers. In 2003 daalde de instroom en voor het eerst ook het absolute aantal WAO’ers. Deze week maakte het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen bekend dat die trend zich dit jaar volop doorzet.
Die gunstige ontwikkeling doet afbreuk aan het maatschappelijk gevoel van urgentie bij de hervorming. Is het nu werkelijk nodig om een heel nieuwe WAO in het leven te roepen, alleen toegankelijk voor volledig arbeidsongeschikten, en daarnaast een wet voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten, uit te voeren door private verzekeraars? Is de doelstelling van het kabinet -structurele daling van de instroom met 25.000 per jaar- niet op een andere manier te bereiken?
De Sociaal Economische Raad -waar werkgevers, werknemers en kroonleden compromissen bedenken- lijkt te vinden van wel. Twee weken geleden lekte uit dat er in deze raad een principeakkoord zou zijn bereikt. Met minder vergaande criteria voor een WAO-uitkering denkt de SER de instroom met 25.000 mensen per jaar terug te kunnen dringen. Op 20 februari presenteert de SER het -waarschijnlijk unanieme- advies.
Ook in de Tweede Kamer is het schuiven al begonnen. Afgelopen maandag liet vice-fractievoorzitter Verburg weten dat het CDA vindt dat het kabinet ernstig rekening moet houden met de opvatting van de SER, zeker als dat werkelijk unaniem blijkt te zijn. „Ik zeg niet dat het kabinet het SER-advies één op één moet volgen, maar het moet wel een substantieel gewicht hebben”, zei ze erbij.
Eerder al grepen diverse linkse fracties vroege geruchten over het SER-akkoord meteen aan om te pleiten voor een zachtere behandeling van de WAO-kwestie. Dat de grootste coalitiepartij zich daar nu bij aansluit, is betekenisvol. Het maakt het voor minister De Geus in elk geval een stuk moeilijker om onverdroten door te gaan op de weg die hij, nog steeds, met overtuiging bewandelt.
Dit jaar wil De Geus de eerste piketpaaltjes voor de stelselherziening slaan. Volgend jaar moet de herziening door de beide Kamers van het parlement worden geloodst, om vervolgens op 1 januari 2006 van kracht te worden. Onderweg zal hij nog een wereld aan problemen moeten overwinnen. Naast de plotselinge verbetering in de gezondheidstoestand van de patiënt, dienen ook al enkele andere problemen zich aan.
Juist deze week lekte uit dat minister Zalm van Financiën erg is geschrokken van een prijsopgaaf die particuliere verzekeraars hebben gedaan om de voorgenomen polis voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten uit te voeren. Op deze manier wordt het gewoon te duur, vreest Zalm. Toch blijft hij met De Geus hechten aan een private uitvoering, om het voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten makkelijker te maken om zich ook aanvullend te verzekeren.
De Geus stuit dus zowel in het kabinet en de Kamer als bij de SER op problemen. Het zou best eens kunnen dat hij halverwege de rit toch -op zijn minst een beetje- wordt gedwongen om bakzijl te halen. Voorlopig wijst hij echter op andere Europese landen, die veel minder arbeidsongeschikten hebben. Als hij de doelstelling van 25.000 instromers minder kan overschrijden, kan hij daar vanuit dat gezichtspunt alleen maar heel tevreden mee zijn.