VU: Praat met docent over identiteit
WOERDEN. Schoolleiders moeten met docenten in gesprek rond de identiteit van de school. Die aanbeveling deed de Vrije Universiteit donderdag nu uit onderzoek blijkt dat opvattingen van leraren soms op gespannen voet staan met de identiteit van de school.
Voor het onderzoek, ”Om eigenheid en openheid”, ging de VU in opdracht van Verus –de vroegere Besturenraad– in gesprek met 32 docenten en de leiding van 8 christelijke middelbare scholen. Daaruit bleek dat veel scholen in het aannamegesprek docenten vragen aan te sluiten bij de levensbeschouwelijke overtuiging van de school, maar dat er geen afspraken over naleving daarvan worden gemaakt. „Daarin is veel verlegenheid bij schoolleiders.”
„Kijk met terugwerkende kracht eens naar wat je mensen laat toezeggen in een aannamegesprek en waar je hen later niet aan houdt”, adviseert VU-onderzoekster Gerdien Bertram-Troost. Ze onderscheidt drie groepen docenten die zich geremd voelen om op school over hun geloofsovertuiging te praten. Leraren op orthodox-christelijke scholen durven er niet altijd voor uit te komen als ze een afwijkende visie hebben „op bijvoorbeeld homoseksualiteit, evolutietheorie of het dragen van rokken door vrouwen.” De buitenwacht denkt vaak dat op ‘dat soort scholen’ iedereen gelijk denkt, maar dat is niet zo, stelt Bertram.
Een andere groep heeft juist moeite zijn levensbeschouwing bespreekbaar te maken op een christelijke school met een grote diversiteit. „Bijvoorbeeld een docent die actief betrokken is in een evangeliegemeente. Op zijn christelijke school zijn wel vieringen, maar verder leeft de identiteit niet zo.”
Tot slot zijn er docenten die spanningen ervaren omdat ze zichzelf als „minder christelijk” zien dan de school zou willen. Zwijgen is de oplossing niet. Sommige docenten willen niet met collega’s over levensbeschouwing praten, maar een grote groep heeft daar wel behoefte aan en ziet daarin een rol weggelegd voor de schoolleiding. Ze hopen dat het begrip oplevert.