Eindelijk pensioen voor brugwachter (85)
RIJNSATERWOUDE. Drie korte stoten op de toeter. Dat is al 55 jaar lang voor brugwachter Marrigje Uilenberg-Bos (85) het sein om de Vroonlandsche brug in het Zuid-Hollandse Rijnsaterwoude te openen. Nog even en ze gaat met pensioen.
Gedreven, vriendelijk, plichtsgetrouw, altijd bereid om een schipper te helpen. Als Uilenberg dienst heeft, gaat ze nooit even weg, ook al is er geen scheepvaart te verwachten. „De brug wordt in de zomer van tien uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds bediend. Dan zorg ik ervoor dat ik mijn boodschappen voor tien uur in huis heb, zodat ik de hele dag thuis kan blijven.”
Thuis, dat is haar woning op nog geen 50 meter naast de Vroonlandsche brug over de Leidsche Vaart. Als ze een scheepstoeter hoort, is ze in een mum van tijd bij de brug, haalt de grendels van het dek, sluit de slagbomen en opent de ophaalbrug door in een speciaal kastje op twee knoppen te drukken. Zodra het schip is gepasseerd, volgen de handelingen in omgekeerde volgorde. „Al met al kan ik dat in drie à vier minuten klaar hebben, zodat het verkeer niet te lang hoeft te wachten.”
Uilenberg is een resolute dame, rechtdoorzee. „Negen jaar geleden is er een nieuwe brug gekomen. De eigenaar, het hoogheemraadschap van Rijnland, bepaalde toen dat de brug op zondag ook bediend moest worden. „Zoek daar maar een ander voor, daar bedank ik voor”, heb ik gezegd.” Als ik ’s zondags uit de kerk kom, wil ik niet dat er een rij schepen op me ligt te wachten.”
Poot stijf houden
Toen Uilenberg de functie 55 jaar geleden overnam van haar toenmalige buurvrouw Kinkel, vertelde die haar al dat ze moest knokken om de brug op zondag dicht te houden. „Houd je poot maar stijf, zei ze tegen me. Dat heb ik 46 jaar gedaan, maar ik kon het niet langer tegenhouden. Ik kan er nog steeds niet aan wennen dat er op zondag een vervanger komt die schepen laat passeren.”
De brugwachter kan urenlang vertellen over haar brug. Een schipper die om 14.00 uur met zijn boot tegen de brug voer, was daarvoor niet verzekerd. „Zeg maar dat het om 16.00 uur is gebeurd, dan heb ik de verzekering wel geregeld”, vroeg hij haar. „Daar werk ik dus beslist niet aan mee”, vertelt ze verontwaardigd. „Ik ga daar niet over liegen.”
Eigenlijk was het haar man Anne die 55 jaar geleden beëdigd werd als brugwachter. „Maar hij was vanwege zijn beroep als vertegenwoordiger weinig thuis. „Je hebt toch een vrouw die de brug kan bedienen?” zeiden de heren van het hoogheemraadschap tegen hem. Zo ben ik begonnen. Later ben ik wel in dienst van het schap gekomen. Alleen hebben ze vergeten om me in te schrijven voor een pensioen, dus ik hoop dat dat nog goed komt.”
Kraanwagen
Uilenberg heeft heel wat meegemaakt als brugwachter. „Er kwam een keer een kraanwagen waarvan de giek nog omhoog stond. De chauffeur zwaaide nog naar mijn man, maar vergat de giek omlaag te doen. Hij ramde de hameipoort van de ophaalbrug. Gauw deed hij de giek omlaag en reed verder. Maar ik heb de politie en het hoogheemraadschap gebeld. De man is achterhaald en de brug is drie maanden dicht geweest voor reparatie.”
Een andere keer had een bromfietser niet in de gaten dat de slagboom dicht was. „In volle vaart botste hij ertegenaan. De bromfiets schoot door en miste mij op een haar na. De jongeman had wel pijn in zijn buik, maar stapte zo weer op de brommer en reed verder.”
Per 1 april
Eigenlijk was het de bedoeling dat het beheer van de brug per 1 april zou overgaan van het hoogheemraadschap naar de gemeente Kaag en Braassem, waar Rijnsaterwoude in ligt. Dat was ook het moment dat Uilenberg zou stoppen met het brugwachterswerk. De Vroonlandsche brug zou dan, net als andere bruggen over de Leidsche Vaart, op afstand bediend worden, of schippers kunnen hem zelf bedienen. De gemeente heeft echter nogal wat eisen gesteld voordat ze het beheer overneemt, onder andere dat de staat van de brug pico bello moet zijn. Het hoogheemraadschap ziet dat niet als zijn taak en is nog in overleg met de gemeente over de mogelijke overdracht. Uilenberg is bereid om ook na 1 april nog voor haar brug te zorgen. „Maar ik ga wel wat vaker op vakantie. Zo hoop ik op 17 april met enkele zangkoren naar Praag te gaan. De boog kan niet altijd gespannen zijn.”