De „laagdrempelige trainingen” moeten ervoor zorgen dat het onderwijspersoneel radicalisering gemakkelijker herkent. Dat is namelijk niet altijd even duidelijk, vertelt manager Ellen Hondius van het CSV. „Hoe ga je om met opmerkingen in de klas, bijvoorbeeld over Joden of het verheerlijken van de jihad? Is het alarmerend en moet je in paniek raken, of zijn het gewoon provocerende opmerkingen van pubers?”

Deskundigen gaan deze trainingen geven. Het is nog niet bekend wie dat precies zijn, dat gaat het CSV nog inventariseren. Ook kunnen docenten op hun school bezoek krijgen van een expert. Verder wordt lesmateriaal ontwikkeld, in overleg met de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). Hondius: „We leveren maatwerk, afhankelijk van de vraag van de school.”

De trainingen zijn vooral preventief, zegt Hondius. Scholen nemen nog niet zoveel contact op met het CSV over radicalisering. „Misschien dat ze de weg niet weten. Maar radicalisering betreft een maatschappelijk probleem. We willen dat er aandacht voor is.”

Als een jongere zich afkeert van de samenleving, is de school een van de plekken waar dat zichtbaar wordt. De trainingen richten zich overigens niet alleen op religieuze radicalisering, maar bijvoorbeeld ook op extremisme op het gebied van dierenrechten of een politieke overtuiging. „De ideologie is anders, maar het gedrag is hetzelfde”, legt Hondius uit. „Scholieren kunnen ideeën krijgen die een gevaar zijn voor de maatschappij.”