De instructeur werd na het schietongeluk op een trainingslocatie bij Arbil in Irak terug naar Nederland gebracht. Hij wordt verdacht van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

„De peshmerga’s begrijpen hier niets van”, benadrukt Ruperti. „Volgens hen ging het om een ongeluk. Mijn cliënt heeft nooit bewust geschoten om hen te raken, daar zijn ze van overtuigd. Ze waren aan het oefenen op het vechten in dichtbevolkt oorlogsgebied. Daarbij werd schieten nagebootst. De peshmerga’s hebben laten weten dat ze er geen probleem mee hebben als de sergeant zijn missie bij hen afmaakt.”

Ruperti heeft inmiddels ook begrepen dat het goed gaat met het slachtoffer.

Defensie sprak eerder van een „ongecontroleerd schot” van een Nederlandse militair. De marechaussee deed ter plaatse onderzoek. De sergeant moet in Nederland nog door de marechaussee worden ondervraagd, aldus Ruperti. Naar verwachting gebeurt dat binnenkort.

De Nederlandse trainers geven sinds februari een basiscursus aan Koerdische peshmerga’s, die met de Iraakse strijdkrachten vechten tegen Islamitische Staat. De cursisten leren hoe ze terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) op de grond kunnen bestrijden. Tijdens de opleiding komen dingen als schietvaardigheid en gewondenverzorging onder gevechtsomstandigheden aan bod.

De trainingsmissie is een onderdeel van de Nederlandse bijdrage aan de internationale strijd tegen IS. Nederlandse F-16-gevechtsvliegtuigen voeren al maanden luchtaanvallen uit op IS-doelen in Irak. In de Iraakse hoofdstad Bagdad trainen Nederlandse militairen Iraakse speciale eenheden.