Dit is de uitkomst van een onderzoek door het Landelijk Bureau Bestrijding Rassendiscriminatie (LBR). Het Bureau maakte de resultaten dinsdag bekend.

De discussies in politiek en maatschappij over onder andere inburgering veroorzaken een kloof tussen autochtonen en allochtonen. Discriminatie op grond van afkomst of huidskleur lijkt al enkele jaren niet toe te nemen of zelfs iets af te nemen. Een aantal vormen van structurele discriminatie, zoals op de arbeidsmarkt, is echter hardnekkig.

Het LBR waarschuwt dat de toenadering verloren kan gaan wanneer de tegenstellingen in het opinieklimaat aanhouden. Deze werken averechts op de integratie en belemmeren samenwerking en het vertrouwen dat oplossingen mogelijk zijn voor problemen.

Het Bureau vraagt om matiging van de toon van het politiek–maatschappelijke debat rond thema’s als migratie, integratie en de islam. Overheid en politici moeten niet te veel achter de tijdgeest aanlopen en meer leiderschap tonen bij het herstel van het vertrouwen dat de integratieproblemen in Nederland kunnen worden opgelost, is het advies van het LBR.

De sociale afstand tussen autochtonen en Turken en Marokkanen is groter dan die tussen autochtonen en Surinamers en Antillianen, constateert het Bureau. Religie, in dit geval de islam die een rol speelt in het integratiedebat, kan een deel van de verschillen verklaren. Daarnaast spelen sociaal–economische, culturele en taalaspecten een rol.

Het Landelijk Bureau Bestrijding Rassendicriminatie constateert een toename van het antisemitisme. Aanhangers van islam en jodendom staan onder druk, vergeleken met aanhangers van andere godsdiensten. Daarentegen wijst alles er op dat extreem–rechts een steeds marginaler verschijnsel wordt. Maar vergeleken met andere groepen krijgen vluchtelingen nog vaak te maken met extreme racistische uitingen.