Dat zei officier van justitie P. Spoon maandag voor de rechtbank in Rotterdam. Justitie verdenkt de vader van Murat D. van poging tot moord op een man in die stad.

Eyup D., die tussen 1992 en 1998 in Duitsland een gevangenisstraf van acht jaar uitzat wegens handel in verdovende middelen, ontkent iedere betrokkenheid bij de schietpartij op 20 oktober op de Schansweg in Rotterdam. D. erkende wel dat hij jarenlang een wapen en munitie in huis heeft gehad. Hij reageerde niet op de zware verwijten van het openbaar ministerie over zijn voorbeeldfunctie voor de kinderen.

Spoon noemde het „zorgelijk” dat de vader van vijf kinderen (tussen de 1,5 en 16 jaar oud) in zijn woning een vuurwapen met munitie had liggen en dat die zo voor het grijpen lagen. Het wapen en de munitie werden aangetroffen tijdens de aanhouding van de vader, ruim drie maanden geleden. De officier zei verder dat vuurwapenbezit levensgevaarlijk is en met kracht dient te worden bestreden.

Spoon vertaalde die woorden in een eis van acht jaar gevangenisstraf tegen Eyup D., wiens voorlopige verblijfstitel werd geschorst toen hij in Duitsland werd veroordeeld. Volgens justitie heeft de vader van Murat op 20 oktober vier keer op Recep Simsek geschoten. Die werd drie keer getroffen, in zijn achterhoofd, rug en rechterschouder. De schietpartij gebeurde in een zilvergrijze Audi A4, die werd bestuurd door het slachtoffer. De man wist ondanks zijn ernstige verwondingen uit de auto te vluchten en een politiebureau te bereiken. Daar vertelde hij dat Eyup hem had beschoten.

Het OM hecht veel waarde aan dit eerste getuigenis van het slachtoffer. De politie heeft verder aangetoond dat de mobiele telefoon van Eyup D. in de buurt van de schietpartij was tijdens het incident. Een speurhond heeft zijn geur ontdekt op de bijrijdersstoel. Tijdens zijn eerste verklaring zei het slachtoffer dat hij vanaf die plek was beschoten.

Uitspraak 23 februari.