Ophef na korten ABP-pensioen
AMSTERDAM. De druk op pensioenfonds ABP om een omstreden korting op 20.000 pensioenen terug te draaien neemt toe nu vakbonden en gepensioneerden dreigen met juridische stappen als de vorige maand ingevoerde korting niet ongedaan wordt gemaakt.
De korting hangt samen met het afschaffen van een compensatieregeling voor de partnertoeslag in de AOW.
Die toeslag was bedoeld voor gepensioneerden met een jongere partner die niet of nauwelijks inkomen heeft. Gepensioneerden die de partnertoeslag niet ontvingen, kregen daarvoor een compensatie, maar die verdwijnt nu de partnertoeslag is afgeschaft.
Het gevolg is een inkomensverlies van tot wel 50 procent van het pensioen. Afhankelijk van het aantal dienstjaren kan deze aanvulling op het pensioen oplopen tot meer dan 500 euro per maand.
Vakbond FNV vindt het onacceptabel dat 20.000 gepensioneerden bij pensioenfonds ABP zijn geconfronteerd met een pensioenverlaging vanwege de afschaffing van de AOW-partnertoeslag. De vakbond maakte vorige week bekend zo nodig naar de rechter te zullen stappen omdat hij zegt te twijfelen aan de juridische juistheid van de uitleg door het ABP van het pensioenreglement.
Het Financieele Dagblad meldde vorige week dat ook gedupeerden zelf plannen hebben voor een juridische procedure tegen de handelwijze van het ABP.
Het bestuur van ABP hoopt een dezer dagen met een oplossing te komen. Doordat per 1 januari 2015 de regels voor de AOW-partnertoeslag zijn gewijzigd, is het recht op AOW-partnertoeslag voor deze groep komen te vervallen stelt het ABP, en daardoor dus ook hun aanvulling.
Omdat het fonds pas in februari beschikte over de juiste gegevens van de Sociale Verzekeringsbank over de AOW-partnertoeslag heeft het daarom in januari de aanvulling nog wel betaald. Dat geld (ongeveer 4 miljoen euro) zal ABP niet terugvorderen.
Ook in de Tweede Kamer uitten verschillende partijen vorige week hun onvrede over de maatregel van ABP. Zij vonden vooral dat de deelnemers hierover veel te laat zijn geïnformeerd. Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) stelde dit inderdaad vervelend te vinden, maar noemde het verder een zaak van het pensioenfonds zelf.