Binnenland

Begeleidster tbs’ers „nooit een haar gekrenkt”

Ze begeleidde honderden tbs’ers tijdens hun verlof. Moordenaars, verkrachters, brandstichters. Toch voelde therapeut Carolien Roodvoets zich tijdens de uit­stapjes „nooit” onveilig.

J. Visscher
25 February 2015 20:28Gewijzigd op 15 November 2020 16:57
Interieur van een tbs-kliniek in Eindhoven.  beeld ANP
Interieur van een tbs-kliniek in Eindhoven.  beeld ANP

Schrik in tbs-kliniek De Rooyse Wissel, gemeente Venray, donderdag. Een 52-jarige tbs’er nam tijdens begeleid verlof de benen. Een helikopter hielp bij de opsporing. De volgende dag werd de tbs’er weer in de kraag gevat.

Het begeleiden van tbs’ers op verlof: Carolien Roodvoets uit Deventer kan erover meepraten. Ze ging in het verleden „zeker duizend keer” met tbs’ers op stap, vertelt ze. Van 1986 tot 1996 werkte ze als groepsleidster en gezins- en relatietherapeut bij de Pompekliniek, een tbs-instelling in Nijmegen. „Ik begeleidde een tbs’er altijd in mijn eentje”, zegt Roodvoets, auteur van boek ”Tbs. Verdoemd leven” (2011).

Dat een tbs’er er tijdens verlof tussenuit kneep, heeft ze naar eigen zeggen vaak genoeg meegemaakt. „Ik begeleidde ooit een man die op bezoek zou gaan bij zijn zieke moeder. Ik zou hem met de auto brengen. Toen we bij een verkeerslicht stonden, zei hij: „Ik stap hier uit, ik ga niet met je verder.” Ik vroeg nog: „Is dat verstandig?” Waarmee ik natuurlijk bedoelde: „Dit is niet verstandig.” De man ging er toch vandoor. Een paar maanden later is hij weer opgespoord.

In een ander geval begeleidde ik een tbs’er op verlof ook bij familie­bezoek. De man zei dat hij naar de wc moest. Daar is hij door het raampje naar buiten geklommen. De vogel was gevlogen. Een paar dagen later is hij weer opgepakt.”

Als Roodvoets de gevluchte tbs’ers weer sprak, reageerden die doorgaans laconiek. „Dan zeiden ze iets als: „Hallo, hier ben ik weer.” Ze wisten eigenlijk wel dat ze weer gepakt zouden worden. Ze wilden zich een paar dagen ontdoen van het tbs-juk. „Een paar dagen snipperen”, klonk het dan. Tbs’ers die op de vlucht slaan, snijden zichzelf in de vingers. Als ze gepakt worden, krijgen ze voor straf een tijd geen verlof.”

De therapeute ging met tbs’ers naar allerlei gelegenheden toe. „Ik vergezelde hen bijvoorbeeld naar de supermarkt. Of we maakten een wande-
ling in een natuurpark. Ook bezocht ik met tbs’ers de dierentuin, de film, het zwembad en de kroeg, waarbij iemand dan geen alcohol mocht drinken.”

Menige keer begeleidde ze tbs’ers op familiebezoek. „Soms waren dat voor mij saaie bezoeken. Als bijvoorbeeld een tbs’er op visite wilde bij zijn oude tante. Zo’n vrouw zei dan niet veel. Ik zat er dan een halve middag maar wat bij. Hooguit was het dan interessant om te observeren hoe de tbs’er zich tegenover zijn tante gedroeg.”

Het liefst had Roodvoets bij familiebezoeken een taak. „Ik voerde bijvoorbeeld gesprekken met familie over de behandeling in de tbs-kliniek of over relatieproblemen.”

Een enkele keer trof ze tijdens een bezoek „vijandigheid” bij familie. „Die had dan kritiek op de tbs-kliniek en zagen mij als een verlengstuk daarvan. Ze vonden bijvoorbeeld dat hun familielid zo’n lieve jongen is en vrij zou moeten komen. De familie keek mij dan met de nek aan. Dat was niet fijn.”

Bij de begeleiding van tbs’ers op verlof heeft Roodvoets zich nooit onveilig gevoeld, zegt ze. „Voordat mensen op verlof mogen, maakt de kliniek de afweging of dat verantwoord is. Tbs-klinieken maken vergissingen. Maar mij is tijdens verlof nooit een haar gekrenkt. Als die mannen op verlof mochten, kende ik hen al langer. Er was vaak een vertrouwensband ontstaan. Velen denken dat je geen moment met je rug naar een tbs’er kunt staan, omdat er anders een gevaarlijke situatie ontstaat. De praktijk is anders. Met acht op de tien tbs’ers kun je een normaal gesprek voeren. Die zijn niet acuut delictgevaarlijk. Samen met enkele andere begeleiders ging ik op stap met een groepje tbs’ers dat trainde voor de Nijmeegse Vierdaagse. Na 
50 kilometer wandelen overnachtten we op een camping in tenten. Ik kreeg als vrouw een apart tentje. Alles ging goed. De mannen waren mak als schapen.”

In de tbs-kliniek zélf voelde Roodvoets zich daarentegen 
soms níét op haar gemak. „Als ik bijvoorbeeld tijdens een nachtdienst te maken kreeg met voor mij onbekende tbs’ers. Ooit liep ik met een man in een bij de kliniek horend park. Dat voelde niet goed. De manier waarop hij zich gedroeg en keek, was broeierig. Met een smoesje kon ik hem naar binnen krijgen. Later heeft hij zich in een andere kliniek vergrepen aan een vrouwelijk personeels­lid.”

Het tbs-systeem heeft zijn nut allang bewezen, vindt ze. „Veel tbs’ers gaan na behandeling niet meer in de fout. Natuurlijk is het erg dat een ontsnapte tbs’er een misdrijf pleegt, maar berichten daarover worden opgeklopt. Tbs’ers zijn de zondebokken van de samenleving. Ik verzet me daartegen. Het komt relatief gezien hoogstzelden voor dat een vluchtende tbs’er een misdrijf pleegt. De kans dat een kind omkomt door verdrinking of een verkeersongeval is veel groter dan dat het wordt vermoord door een tbs’er.”


Tientallen tbs’ers zoek na verlof

Terugkeer in de samenleving is in beginsel het doel van een tbs-behandeling. Die is bedoeld voor misdadigers met een stoornis. Nederland telt zo’n 1650 tbs’ers. De gemiddelde leeftijd is 43 jaar, 6 procent is vrouw. Een tbs-behandeling duurt gemiddeld acht jaar, maar kan levenslang zijn.

Jaarlijks zijn er 70.000 verloven. Vorig jaar ging het bij 38 verloven mis en hielden tbs’ers zich niet aan de afspraken voor terugkeer in de tbs-kliniek. „Heel vaak gaat het om een tbs’er die bijvoorbeeld een bus mist en binnen een paar uur weer terecht is”, licht een zegsman van het ministerie van Veiligheid en Justitie toe. 
In 2013 ging het in 35 gevallen fout, in 2012 was dat 
56 keer. Zo nu en dan pleegt een tbs’er een misdrijf tijdens verlof. Er zijn vier soorten verlof voor tbs’ers.

  • Begeleid verlof. In deze eerste fase gaat de tbs’er onder begeleiding naar buiten. Bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Een beveiliger en sociotherapeut begeleiden de tbs’er de eerste paar keer. Daarna vergezellen twee sociotherapeuten de tbs’er, zonder beveiliger. Ten slotte gaat één socio­therapeut mee.

  • Onbegeleid verlof. Duurt maximaal zes dagen; bedoeld voor bijvoorbeeld opdoen van werkervaring.

  • Transmuraal verlof. Tbs’er woont buiten de beveiligde zone van tbs-kliniek, bijvoorbeeld in psychiatrische instelling. Tbs-kliniek begeleidt tbs’er op afstand.

  • Proefverlof. Reclassering houdt toezicht, tbs-kliniek is verantwoordelijk voor tbs’er. Na deze fase kan rechter tbs beëindigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer