Koude oorlog tussen moslimstromingen
Ze wilde er één, maar krijgt er twee. Minister Verdonk (Vreemdelingenbeleid en integratie) heeft de komende tijd met twee moslimcontactgroepen te maken. Boze afgevaardigden van sjiieten, alevieten, liberale soennieten en de ahmadiyya-beweging hebben donderdag aangekondigd een eigen overleggroep in het leven te roepen. Ze zijn het oneens met het officiële Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), dat zaterdag wordt gepresenteerd.
De islamitische gemeenschap probeert al enkele decennia een vertegenwoordigend orgaan op te richten. De geschiedenis heeft een woud van organisaties opgeleverd. Geen daarvan werd ooit de gesprekspartner van de overheid.
Een overzicht: In 1974 is werd eerste Federatie van Moslimorganisaties in Nederland (Fomon) opgericht, die echter kort daarna als gevolg van onenigheden is ontbonden. In 1981 volgde Moslimorganisaties in Nederland (MON), die in 1986 doodbloedde. In 1992 kwam de Islamitische Raad Nederland (IRN) tot stand, die voortborduurde op de activiteiten van het Islamitisch Landelijk Comité. Dat was drie jaar eerder ten tijde van de Rushdie- affaire in het leven geroepen. Vrij snel na de oprichting kreeg de IRN concurrentie van de Nederlandse Moslim Raad (NMR), die kleinere moslimorganisaties vertegenwoordigt die niet aan bemoeienis van de Turkse en de Marokkaanse overheid blootstaan. In 1997 richtten enkele islamitische welzijnsorganisaties ook nog de Nederlandse Islamitische Raad (NIR) op. Verschillende organisaties zijn gesneuveld. Andere, zoals de NMR, wisten ondanks geregelde interne strubbelingen stand te houden.
De noodzaak van één overlegorgaan kwam enkele jaren geleden opnieuw naar voren, na de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika. Voor de oprichting heeft de voorbereidende werkgroep een subsidie van 45.000 euro ontvangen.
Zaterdag is het zover. Minister Verdonk woont dan in de Rotterdamse Mevlana-moskee de oprichtingsbijeenkomst van het Contactorgaan Moslims en Overheid bij. Het CMO gaat fungeren als gesprekspartner van de overheid bij overleg over onder meer de bouw van moskeeën, geestelijke verzorging in ziekenhuizen, gevangenissen en het leger, ritueel slachten en de arbeidsrechtelijke positie van imams. Allerlei maatschappelijke problemen in de moslimgemeenschap -en dat zijn er de laatste jaren niet weinig- kunnen aan de orde komen.
Twee jaar lang praten in stilte blijkt tot op heden opnieuw nauwelijks meer te hebben opgeleverd dan een koude oorlog tussen orthodoxe en meer liberale stromingen. De orthodoxe meerderheid heeft haar zin doorgedrukt. Het orgaan wordt bevolkt door zes vertegenwoordigers van vooral Turkse en Marokkaanse soennitische moslims.
„Arrogante baronnen en regenten die nu de dienst gaan uitmaken binnen de islam in Nederland”, zo fulmineert Hikmat Mahawat Khan van de ahmadiyya-organisatie Ulamon op de CMO-vertegenwoordigers. Mahawat Khan is woordvoerder van de alternatieve Contact Groep Islam (CGI), die zich donderdag in Den Haag presenteerde.
Volgens hem heeft zijn achterban geen echte kans gehad om deel te nemen. Zo heeft de Surinaamse organisatie World Islamic Mission (WIM), lid van het CMO, al laten weten dat de ahmadiyya-moslims wat haar betreft niet welkom zijn. Vooral Surinaamse soennieten beschouwen de ahmadiyya, een hervormingsbeweging in de islam, als niet-islamitisch. In een van de eerste notulen stond dat nadrukkelijk vermeld.
Het CMO weigert te reageren. Volgens voorzitter M. Sini vertegenwoordigt zijn organisatie nu al 300 moskeeën, ofwel 70 tot 80 procent van de ruim 900.000 moslims in Nederland. Hoe groot de CGI-achterban is, blijft onduidelijk.
Hoewel de moslimsorganisaties dat in alle toonaarden ontkennen, hebben de conflicten voor een niet-onaanzienlijk deel te maken met theologische verschillen. Desgevraagd geeft Mahawat Khan toe dat er „onderling veel vooroordelen zijn.” De verdeeldheid spitst zich toe op talloze onderwerpen die voor de publieke discussie van belang zijn, zoals de positie van de vrouw, het standpunt over homoseksualiteit, het dragen van hoofddoekjes en de omgang met de westerse cultuur. Mahawat Khan: „In het CMO zitten nu mensen die Nederland typeren als een land van afvalligen. Voor de bühne wordt beleden dat man en vrouw gelijkwaardig zijn, maar thuis durft men dat niet te zeggen. Dat is funest voor de integratie.”
Leefbaar Nederland-kamerlid Eerdmans was er donderdag als de kippen bij om te reageren op de rel. Hij meent dat Verdonk het „feestje van zaterdag moet afzeggen om te voorkomen dat er nog meer kapotgaat.” Uitsluiting van bepaalde groepen vindt hij uit den boze.
De vraag is evenwel gerechtvaardigd of minister Verdonk dit alles niet had kunnen weten of op z’n minst vermoeden. De verschillen tussen moslimstromingen, afkomstig uit vele landen en culturen, is soms heel groot, terwijl er nogal wat raakvlakken zijn met vele maatschappelijke (integratie)problemen. Al vaker is pijnlijk duidelijk geworden dat er op hoog niveau weinig kennis bestaat over de achtergronden van de islam.
CGI en COM kunnen beter apart verder gaan. Want vijanden en gedogers van -bijvoorbeeld- schrijver Salmon Rushdie gedwongen bij elkaar aan tafel zetten, levert geen bruikbare adviezen op.