Hij beschrijft de gang van zaken op de school als „hopeloos achterhaald en fundamentalistisch”. Er zou een onversneden orthodoxe leer worden verkondigd, een strikte kledingcode gehandhaafd, leerlingen moeten veel verzen uit het hoofd leren en homo’s voor de klas worden geweigerd. Smouter denkt dat er sinds de jaren negentig, toen hij er vier jaar rondliep, weinig veranderd zal zijn.

„Mijn oude middelbare school maakt duidelijk hoe selectief de verontwaardiging over een nieuwe moskee in Gouda en hoe opportunistisch de ophef erover is. Nee, mijn oude school is bepaald geen schoolvoorbeeld van tolerantie jegens andersdenkenden. En grote delen van het curriculum stonden in het teken van de indoctrinatie van jonge tieners.”

Toch is Smouter blij met de Driestar, schrijft hij. De overheid zou zich er dan ook niet in moeten mengen. „Al honderden jaren kunnen we uitstekend samenleven met een oerconservatieve en in veel opzichten vrijheidsvijandige minderheid.“

Op woensdag verscheen er een toevoeging bij de column omdat er „de nodige misverstanden waren gerezen over de strekking van de column”. Smouter zegt daarin dat de term haatpaleis, die zowel voor de school als voor de moskee wordt gebruikt, niet op zijn plaats is.