Baby’s horen met het hoofd naar beneden te liggen, maar ‘zitten’ soms rechtop, de zogenoemde stuitligging. De KNOV onderzocht 2138 zwangere vrouwen met een kind in stuitligging die de baby lieten draaien.

Normaal komt 80 procent van de baby’s in stuitligging via een keizersnede ter wereld, omdat een ‘gewone’ bevalling in dit geval risico’s met zich meebrengt. Van door de KNOV onderzochte aanstaande moeders die een of meerdere draaipogingen ondergingen, kon 57 procent uiteindelijk zonder keizersnede bevallen, dus via de vagina.

Onderzoekster Antje Beuckens van de KNOV pleit ervoor dat de mogelijkheid om baby’s uitwendig te draaien meer aandacht krijgt. Het gebeurt volgens haar nog vaak dat zwangeren met een baby in stuitligging niet weten dat ze hun baby kunnen laten draaien. „Dit voorkomt onnodige medische interventies”, aldus Beuckens.

Volgens haar bestaan er ook vooroordelen over het uitwendig draaien van baby’s, dat het veel pijn zou doen en dat het tot ernstige complicaties leidt. „Onterecht”, vindt de onderzoekster.

Het onderzoek is deze week gepubliceerd in het internationaal wetenschappelijk tijdschrift BJOG.