Herdenkingsbord evacuatie bijna-watersnood 1995 onthuld bij Ochten
OCHTEN. Ze werd niet in Ochten geboren, wat de bedoeling was, maar noodgedwongen in het verre Winterswijk. Sanne van Lent viert donderdag haar twintigste verjaardag. Zaterdag onthulde ze een gedenkbord dat eraan herinnert dat het Betuwse dorp in 1995 werd geëvacueerd.
De circa 4000 inwoners moesten halsoverkop hun woning uit omdat de Waalbandijk dreigde door te breken. „De kinderkamer hadden we mooi voor elkaar, het was dus even slikken dat Sanne niet thuis geboren kon worden”, vertelde moeder Hetty zaterdag. De familie week uit naar twee caravans op een camping in Groenlo, die sindsdien een vertrouwde plek is geworden waar lief en leed wordt gedeeld. Ook voor Sanne: „Vijf jaar geleden leerde ik er mijn vriend kennen.” Haar geboorteverhaal is bijzonder. „Elke verjaardag komt het gesprek wel weer op de evacuatie.”
Een peilstok markeert voortaan de plaats waar de dijk in 1995 leek te bezwijken. Het gedenkbord, enkele tientallen meters daarvandaan, informeert in woord en beeld over het hoogwater, de noodevacuatie en het herstel van de dijk. Het ‘monument’ is geplaatst op verzoek van inwoners van Ochten. „Daarmee willen we de herinnering aan 1995 levendig houden”, aldus Bert de Vries van de Dorpstafel Ochten, een comité voor de leefbaarheid van het dorp.
Leden van de Dorpstafel, oud-burgemeester Zomerdijk –die de evacuatie afkondigde–, burgemeester Veerhoek, dijkgraaf Bleker en directeur-generaal Dronkers van Rijkswaterstaat hielpen ‘evacuatiebaby’ Sanne bij de onthulling door een aantal zandzakken door te geven.
In de toespraken ging het vooral over de voortdurende strijd tegen het water. „Deze plek is karakteristiek voor Nederland”, zei burgemeester Veerhoek. Hij citeerde de Italiaanse schrijver Edmondo de Amicis, die eind 19e eeuw schreef: „Op den eersten aanblik zou men niet kunnen zeggen of het land of het water de bovenhand heeft, of Nederland tot het vasteland of tot de zee behoort.”
Veerhoek: „Dit monument maakt tastbaar dat de rivier hier niet altijd vredig heeft gestroomd, maar de passanten zien ook dat het leven aan de dijk gewoon doorgaat.”
„In 1995 hebben we geleerd dat we niet altijd de dijken breder en hoger moeten maken, maar ook rivieren meer ruimte moeten geven voordat de rivier zelf meer ruimte neemt”, merkte Rijkswaterstaatdirecteur Dronkers op. „We zijn nooit klaar met werken aan de waterveiligheid.”
De dijk bij Ochten kan volgens dijkgraaf Bleker hoogwater nu goed aan, maar alert blijven is noodzaak. „Ondergronds kwelwater bedreigt de stabiliteit van de rivierdijken en de klimaatverandering betekent dat er meer smeltwater en meer regenwater moet worden opgevangen.”
Moeilijkste beslissing
De noodevacuatie van Ochten was voor hem de moeilijkste beslissing gedurende 26 jaar burgemeesterschap, vertelde Zomerdijk. „Ik heb die genomen op klemmend advies van deskundigen. Het waterschap stond er niet meer voor in dat de dijk het zou houden. Bij een doorbraak zou half Ochten zijn weggespoeld. Het dorp is gebouwd op een 40 meter diep zandpakket. Tegen de kracht van het water zou het totaal geen weerstand hebben gehad.”
De evacuatie verliep volgens Zomerdijk „tamelijk gedisciplineerd.” „Jongeren hielpen ouderen. Het ritsen is toen in Ochten uitgevonden: invoegend verkeer werd zonder problemen toegelaten in de lange rij auto’s van vertrekkende inwoners.” Dieren bleven in het dorp achter, net als Zomerdijk, die vanuit het crisiscentrum het herstel van de dijk volgde. „De kippen gingen door met eieren leggen. Ik had nog nooit zo veel gebakken eieren gegeten als toen. Het spek haalden we uit de diepvriezer van het bejaardenhuis.”
Een wedstrijd zandzakken vullen trok vooral jeugdige deelnemers. Zij waren er ook wel voor te porren om met blauwe waterverf op het oude gemeentehuis aan te geven hoe hoog het water bij een overstroming zou komen.