Vijftien jaar geëist in Tilburgse moordzaak
Officier van justitie R. de Beukelaer heeft dinsdag voor de rechtbank in Breda tegen vier verdachten straffen tot vijftien jaar geëist voor de moord op de 18-jarige Bart Raaijmakers. Raaijmakers werd op 18 juli vorig jaar in Tilburg doodgestoken na een uit de hand gelopen straatroof.
De 20-jarige B. G. is degene die Raaijmakers heeft doodgestoken. Tegen hem werd vijftien jaar celstraf en TBS met dwangverpleging geëist. De 19-jarige C. R. hoorde vijftien jaar gevangenisstraf eisen. Hij zou Raaijmakers hard hebben geschopt.
De officier van justitie eiste tegen de overige twee verdachten, de 18-jarige R. A. en G. de G. twaalf jaar celstraf voor hun aandeel in de steekpartij.
Bart Raaijmakers fietste op de avond van 18 juli met zijn broer en een vriend door Tilburg toen ze werden aangehouden door vier jongeren op twee scooters die geld van hen wilden. Dat ontaardde in een vechtpartij waarbij de broer en de vriend uiteindelijk wisten te ontkomen. C. R. en B. G. stortten zich op Bart Raaijmakers. Toen Raaijmakers uiteindelijk probeerde overeind te komen, stak B. G. hem drie keer in de rug.
De Beukelaer sprak van schokkende feiten. Hij is van mening dat de vier „de overval gezamenlijk hebben gepland en uitgevoerd.” Het maakt volgens hem dan ook niet uit wat bij het misdrijf het aandeel van ieder afzonderlijk was.
Volgens hem hadden ze met zijn vieren het plan opgevat om een willekeurig iemand te beroven. „Drie van hen hadden een mes bij zich, zij schuwden het geweld niet”, stelde de officier. Het is B. G. geweest die Raaijmakers heeft doodgestoken, maar geen van de verdachten heeft zich op enig moment gedistantieerd van het hele gebeuren en niemand greep in toen B. G. Raaijmakers neerstak.
Bart Raaijmakers was volgens De Beukelaer kansloos. „Zinloos geweld is steeds vaker een terugkerend thema, maar hier is sprake van excessen van zinloos geweld.” En de ernst van dit misdrijf dient volgens hem terug te komen in de strafeis. „Dan maakt het niet uit hoe oud je bent of hoe vaak je al met politie in aanraking bent geweest.”
De advocaten van het viertal noemden de strafeisen buitenproportioneel hoog. W. Rademakers, raadsman van de hoofdverdachte, meende dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken van moord. B. G. had namelijk nooit het plan gehad Raaijmakers van het leven te beroven. Ook de TBS-maatregel is niet op zijn plaats, stelde hij.
De andere raadslieden stelden dat hun cliënten niet veroordeeld kunnen worden voor gekwalificeerde doodslag. De advocaat van G. de G. vroeg vrijspraak voor alle feiten. R. A. en C. R. zouden alleen veroordeeld kunnen worden voor diefstal met geweld, aldus de raadslieden.
De rechtbank doet 17 februari uitspraak.