Verzameling oudvaders onder water
Viel de stormschade over het algemeen nog mee, voor Jan en Tineke Verduyn uit Beverwijk was de harde wind van afgelopen weekeinde zeker geen pretje. Hun woonboot zonk en ligt nu vast in de modder van de Beverwijkse Ringvaart.
Vlak bij de haven van het dorp ligt de 15 meter lange woonboot van Verduyn. De ene kant helt zo ver over dat enkele ramen volledig onder water verdwijnen. „Dit is niet onze eigen plek”, vertelt Verduyn. „Normaal liggen we verder de vaart in, maar omdat ze op onze plek moesten baggeren, hebben ze ons hierheen verplaatst. Het baggerproject zou ongeveer veertien dagen duren. In die tussentijd woonden we ergens anders. Daarom waren we op het moment dat de boot zonk niet aan boord.”
In hun tijdelijke onderkomen, een leegstaand huis van een kennis, kregen ze zaterdagmiddag het telefoontje dat de woonark water maakte. „Mijn vrouw stoof zonder iets te zeggen het huis uit. Toen ze bij de boot aankwam, stonden brandweer en politie te kijken, zonder iets te doen”, verhaalt Verduyn. „Ze hadden toch minimaal kunnen pompen.”
De oorzaak van het zinken van de boot is volgens Verduyn de storm van afgelopen weekeinde. Toch weet hij ook andere oorzaken te noemen, waaronder „fouten van de overheid. Het was een samenloop van omstandigheden. Op ons eigen plekje liggen we beter beschut. Nu stond de wind strak op de boot. Toen er een zeeschip wegvoer, zorgde dat voor zulke hoge golven dat het hele zaakje zonk. Omdat we niets met dat baggeren van doen hebben, voelen we ons in hoge mate het slachtoffer van het overheidsbeleid.”
De boot verdween niet geheel onder water, maar bleef steken in de modder van de vaart. Een deel van de boot is nog zichtbaar.
Sinds 1981 woont Verduyn in de woonark. „De boot zelf kunnen we afschrijven, die is helemaal ontzet. Wie de schade gaat betalen? Dat is een getouwtrek van jewelste.” Verduyn doelt op de baggeraar, die aansprakelijk gesteld wordt maar daar niet zomaar mee instemt. Ook de gemeente blijkt volgens Verduyn aansprakelijk te zijn. „Ik denk dat de schade ongeveer 50.000 euro bedraagt. Voor ons is dat veel geld.”
Omdat Verduyn om principiële redenen niet verzekerd is, zal hij het financieel zwaar krijgen als hij de schade zelf moet betalen. „Maar als we de schade vergoed krijgen, kopen we óf een andere boot, óf we bouwen deze opnieuw op. Ik heb al tegen de wethouder gezegd dat we op ons plekje willen blijven wonen. Hij vond dat gelukkig geen bezwaar.”
Het grote voordeel van een woonboot is volgens Verduyn het prijskaartje. „Alleen zulke huizen zijn voor ons te betalen. Daarnaast hebben we altijd veel privacy.”
Een nadeel hoeft hij niet te noemen, daarvoor hoeft hij alleen maar naar zijn gezonken huis te wijzen. „Maar ook dat heeft zijn charme. Je weet dat zoiets kan gebeuren. Iedere keer als het stormt, vraag ik me weer af of hij het houdt, ja of nee. Deze keer ging het mis.”
Zelf is Verduyn behoorlijk nuchter onder de situatie. „Mijn vrouw is heel anders. Die vindt het verschrikkelijk dat al haar spulletjes weg zijn.”
Verduyn heeft niets te veel gezegd. Zijn vrouw voert een gesprek met de burgemeester. Uit de flarden van het gesprek valt op te maken dat de vrouw het er moeilijk mee heeft dat al haar foto’s en dierbare herinneringen weg zijn. „Ik vind het verschrikkelijk, al onze spullen liggen in het water”, vertelt ze. „Niet alleen onze kleren, maar ook onze verzameling oudvaders en andere theologische boeken. En wacht dacht je van al die spullen die we van onze overleden ouders hebben gekregen?”