Wildwest aan de Amstel
In zorgwekkend tempo volgen liquidaties in de Amsterdamse onderwereld elkaar op. Deze week werden opnieuw twee mensen doodgeschoten, onder wie een vrouw. Een belangrijk deel van de moorden speelt zich af binnen de ”Mocro Maffia”, het misdaadmilieu waarin onder anderen Marokkaanse jongemannen figureren. Een keiharde wereld.
Bizar. Kijk uit mijn raam, zie een schietende machinegun uit auto hangen en een jongen heel hard wegrennen.” Zo luidt op de avond van 29 december 2012 de verbouwereerde tweet van een buurtbewoner uit de Staatsliedenbuurt in Amsterdam. De Amsterdammer is getuige van een afrekening in de onderwereld die in Nederland haar weerga nauwelijks kent. Wildwest aan de Amstel.
Rond kwart over tien parkeert een Range Rover in de Schaepmanstraat. Bestuurder is Benaouf A. (dan 28), crimineel kopstuk van Marokkaanse afkomst. Hij wordt vergezeld door Said el Yazidi (21) en Youssef Lkhorf (28), beiden eveneens van Marokkaanse origine.
Kort nadat de jongemannen zijn uitgestapt, komt een Audi RS4 op hen afscheuren. De razendsnelle wagen is populair bij gangsters. Vanuit de (gestolen) Audi wordt het vuur geopend op Benaouf A. en zijn metgezellen. In doodsangst rennen die weg. Dan duikt er een tweede auto op, een zwarte Golf GTI 5. De inzittenden hebben het ook voorzien op Benaouf A. en de zijnen. Schoten van machinegeweren galmen door de buurt.
Said en Youssef rennen in paniek terug naar de Range Rover. Hun achtervolgers blijven vuren. Youssef zakt dodelijk getroffen in elkaar. Said weet aanvankelijk te ontkomen. Via een pleintje, waar geen auto’s kunnen rijden, sprint hij naar de Range Rover. Als hij met die wagen wil vluchten, doemt de Audi, die om het pleintje is gereden, weer op. De Audi en de Range Rover botsen op elkaar. De achtervolgers komen uit hun Audi en richten hun kalasjnikovs op de Range Rover. De voorruit van de terreinwagen wordt doorzeefd met kogels. Weer ontspringt Said de dans. De Marokkaan komt de Range Rover weer uit en rent voor zijn leven. Als bloedhonden scheuren zijn belagers in de Audi achter hem aan. Een schutter hangt uit het autoraam en richt de loop op zijn doelwit. Said zakt in elkaar. Zijn gemaskerde belager stapt uit en vuurt nogmaals op het slachtoffer. Said sterft.
Vege lijf
De uitbarsting van geweld is niet voorbij. Op hun vlucht vuren de schutters vanuit de Audi op twee motoragenten. De dienders kunnen zich ternauwernood het vege lijf redden.
Intussen is Benaouf A. ontsnapt aan de dood. In zijn vlucht voor zijn belagers springt hij in de Staatsliedenbuurt het ijskoude water in. Een woonbootbewoonster laat hem binnen. Als het geweervuur is verstomd, waagt hij zich weer naar de Range Rover. Inmiddels staan geschrokken buurtbewoners rond de beschoten terreinwagen. Van een buurtbewoner krijgt Benaouf een glas water.
Een maand na de dubbele liquidatie belt Benaouf A. de Amsterdamse politie en vertelt hij zijn versie van wat zich in de Staatsliedenbuurt afspeelde. „Het is een wonder dat ik met je praat hier, hoor”, laat A. een recherchechef weten. „Want ze hebben zo veel kogels op me afgevuurd. Ik dacht alleen maar bij mezelf: wanneer is dat magazijn eindelijk leeg?” Over de Audi RS4 die ineens opdoemde, zegt hij: „Als een RS4 op een gegeven moment op je af komt rijden… dan weet je dat er geen hoop is.”
Foto
De meedogenloze afrekening in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt eind 2012 staat opgetekend in het onlangs verschenen boek ”Mocro Maffia” van Wouter Laumans en Marijn Schrijver. Ook Paroolmisdaadverslaggever Paul Vugts beschrijft de dubbele liquidatie in zijn dit jaar verschenen boek ”Doorgeschoten”. De foto van de doorzeefde voorruit van de Range Rover (zie elders op deze pagina) staat symbool voor de nietsontziendheid binnen de Mocro Maffia. Dat is de (Amsterdamse) onderwereld waar voor een aanzienlijk deel jonge Marokkaanse gangsters de dienst uitmaken. De afbeelding van de autoruit staat op de cover van beide misdaadboeken.
Voor betrokkenheid bij de dubbele liquidatie staat een drietal Marokkaanse jongemannen terecht. Een van de verdachten wordt momenteel in Marokko berecht.
Vete
Vanwaar het dodelijke geweld in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt in 2012? De oorzaak ligt –waarschijnlijk– in een onderwereldvete over een partij van 200 kilo cocaïne – miljoenenbusiness dus. Die zou in 2012 zijn geript (gestolen) in het Antwerpse havengebied. Grofweg twee ‘kampen’ zouden met elkaar in de clinch liggen. Enerzijds het kamp rond de Antilliaanse drugscrimineel Gwenette Martha. Anderzijds het kamp waarin onder anderen Benaouf A. aan de touwtjes zou trekken.
De drugsruzie lijkt het startpunt van een reeks liquidaties binnen de Mocro Maffia (zie kader op deze pagina). Een van de eerste afrekeningen in die rij is de moord op de Marokkaanse crimineel Najeb Bouhbouh (1978). Hij wordt in oktober 2012 in Antwerpen doodgeschoten. Onlangs veroordeelde de Amsterdamse rechtbank Benaouf A. tot tien jaar cel voor betrokkenheid bij die moord. Bouhbouh was bevriend met drugscrimineel Gwenette Martha.
Vrouw
Ook Martha zelf is niet meer. Hij werd in mei dit jaar in Amstelveen doorzeefd met kogels. Eerder ontsnapte Martha in Amsterdam nog aan de dood, toen op straat een belager opdook. Diens wapen weigerde echter.
Afgelopen maandag was Amstelveen opnieuw het toneel van een liquidatie. Opvallend genoeg ging het ditmaal om een vrouw, de 34-jarige Braziliaanse Luana Luz Xavier. Een bekende van de politie. Ze werd voor de ogen van haar kinderen vermoord. Ze zou een relatie hebben met het crimineel kopstuk Najib H, die in het kamp van wijlen Gwenette Martha zou zitten. Najib H. zou zijn ondergedoken, uit vrees voor zijn leven. Zussen van Luana Luz Xavier ontkenden deze week dat hun vermoorde zus in het misdaadmilieu zat.
Hoofdpijn
Hoe groeit een Marokkaans straatschoffie uit tot een gangster? Illustratief is de levensgang van Rida Bennajem (1991), bijvoorbeeld opgetekend in ”Mocro Maffia”. Net als menig andere Marokkaanse crimineel groeit Bennajem op in de Amsterdamse probleemwijk Bos en Lommer. Op school komt hij niet goed mee. Rida is dyslectisch, heeft last van woedeaanvallen en kan opeens hoofdpijn krijgen. Als Rida acht is, scheiden zijn ouders.
Rida hangt rond op straat. Hoewel hij klein is van postuur, groeit hij uit tot een gevreesde verschijning. Meedogenloos. Niet bang. Snel geprikkeld. In de nachtelijke uren in augustus 2010 raakt Rida Bennajem, dan 19, in Amsterdam betrokken bij een ruzie met twee rappers. Bennajem, in het gezelschap van een groepje Marokkanen, vuurt met een pistool op de rappers.
In diezelfde tijd is Bennajem in de ban van de Italiaanse filmserie Corleone. Die gaat over het waargebeurde levensverhaal van Salvatore ”Totò’” Riina. Corleone is genoemd naar het dorpje waar Totò, net als Rida klein van postuur, als tiener een misdaadbende vormt met zijn vrienden. Totò groeit uit tot de grootste maffiabaas van Sicilië. Bennajem kan niet genoeg krijgen van de serie. In Bos en Lommer zijn de films mateloos populair. En lijkt die criminelen te inspireren.
Het westen van Amsterdam is het toneel van gewapende overvallen, doorgaans gepleegd door Marokkaans geboefte. In 2010 raakt de Amsterdamse juwelier Fred Hund bij een overval dodelijk gewond. Nogal wat Marokkaanse jongeren, die vaak niet makkelijk aan een stage en werk komen, zijn uit op een luxeleventje. Dikke auto. Prijzige kleding. Dure telefoon. Mooie vrouwen.
Rida Bennajem verkeert steeds vaker in zwaar criminele kringen. Op 6 juni 2011 blijkt opnieuw hoe onberekenbaar hij is. Op 50 meter afstand van zijn woning schiet hij een bekende jongeman met wie hij ruzie heeft in zijn been. Het slachtoffer weigert de politie de volgende dag de naam van de schutter te noemen.
Bennajem groeit uit tot een overvaller en huurmoordenaar. Zijn naam prijkt op de Nationale Opsporingslijst wegens een gewapende overval op een juwelier in Leiden. Bennajem zou verder betrokken zijn bij de moord op de Marokkaanse crimineel Redouan Boutaka in april 2012. Boutaka wordt in een café geliquideerd. Ook zou Bennajem later dat jaar, in oktober, betrokken zijn bij de moord op Najeb Bouhbouh in Antwerpen.
Loon
Op 16 maart 2013 is Rida Bennajem zelf aan de beurt. In die tijd baalt hij kennelijk dat hij maar geen geld krijgt voor zijn bewezen misdadige diensten. Ene H. is bemiddelaar en zal dat voor hem regelen. Op die zaterdagavond zal Bennajem, zo denkt hij althans, eindelijk zijn loon krijgen. Bij een restaurantje aan de Amsterdamse Comeniusstraat. Bennajem krijgt geen cent. Wel kogels. Hij sterft op 21-jarige leeftijd. In de val gelokt. H. blijkt de gangen van Bennajem te zijn nagegaan, via spionageapparatuur.
De recherche vindt rond het lichaam van Bennajem negentien kogelhulzen. In zijn broekzak zit wat geld en een kleine Koran. Daags na de begrafenis, in Marokko, schrijft Rida’s zus een bericht op Facebook. „Moge Allah je vergeven en je het paradijs schenken.”
„Geen van die jongens haalt de vijftig”
In de strijd tegen de misdaad moet de politie meer jacht maken op bezit van criminelen. Maak het jongemannen die in peperdure auto’s rijden moeilijker, bepleit prof. dr. Peter Tak, emeritus hoogleraar strafrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
In Amstelveen werd deze week een jonge vrouw geliquideerd, kennelijk bevriend met een crimineel. Wat zegt dat over de misdaad in Nederland?
„Dit is een gevaarlijke trend. Het is goed mogelijk dat de daders een boodschap aan haar partner wilden geven. Zo van: „Jouw tijd komt nog wel.” Het lijkt erop dat nu ook familieleden van criminelen slachtoffer kunnen worden.
Opvallend is dat de slachtoffers veel jonger zijn dan voorheen. Geen van die jongens wordt vijftig jaar. Dat weten ze zelf ook wel. Drugscriminelen moeten constant achterom kijken. Krijg je geen hartinfarct, dan krijg je de kogel.
Bij de recente liquidaties wordt veel meer geweld gebruikt dan voorheen. Tot in woonwijken aan toe. Wildwest in Amsterdam. Voorheen werd iemand met één of twee kogels doodgeschoten. Nu worden kogels als het ware rondgesproeid. Onschuldige omstanders kunnen daar het slachtoffer van worden.”
De inzet van meer Marokkaanse en Turkse rechercheurs zou helpen in de strijd tegen de onderwereld, zie PvdA-Kamerlid Marcouch deze week.
„Dat is waar. Die rechercheurs begrijpen de cultuur van Marokkaanse en Turkse verdachten veel beter. Die politiemensen weten bijvoorbeeld hoe de opvoeding in allochtone kringen gaat en hoe belangrijk status is voor veel Marokkaanse jongeren. Die jongeren willen een grote auto, gouden kettingen, de mooiste meiden aan hun arm. Jammer is dat het pleidooi voor meer Marokkaanse en Turkse agenten twintig jaar te laat komt. Het water loopt nu al over de kade.”
De VVD bepleit inzet van criminele infiltranten om zo kopstukken uit misdaadbendes te pakken.
„Ik ben daar niet op tegen. Anders dan bij de IRT-affaire van twintig jaar geleden is de inzet van een criminele infiltrant nu wel gebonden aan allerlei regels. Infiltranten worden gecontroleerd.”
Strafrechtadvocaat Arthur van der Biezen is kritisch over criminele infiltranten. Hij vindt het niet ethisch om criminelen te gebruiken bij de opsporing. Ze kunnen er belang bij hebben om anderen erbij te lappen.
„Ik ben geen ethicus of moraaltheoloog. Ik stel vast dat de samenleving een probleem heeft met liquidaties en dat daar een oplossing voor moet worden gevonden. Er is een democratische grondslag voor de inzet van criminele infiltranten. Ik vind niet dat we kunnen zeggen: „Laten die criminelen elkaar maar afmaken.” De criminele infiltrant is niet de mooiste figuur. Die wil een beloning voor de informatie die verstrekt. Betrouwbaarheidsproblematiek speelt in die gevallen een rol. Daarom moet je informatie van een infiltrant goed toetsen.”
Vurig pleit Tak ervoor dat de politie meer jacht maakt op het vermogen van verdachten. „Nu is de pluk-ze-wetgeving veel te ingewikkeld. Rechters betrachten een grote mate van voorzichtigheid in het afpakken van vermogen. Misdadigers gaan door zolang criminaliteit loont. Het is verdacht als jongelui in de Amsterdamse P. C. Hooftstraat in dure auto’s rondrijden. We moeten het hen veel lastiger maken.”
Doden door onderwereldoorlog
Binnen de zogeheten ”Macro Maffia”, het misdaadmilieu waarin relatief veel jonge Marokkanen opereren, vielen de afgelopen twee jaar zo’n vijftien doden. Kennelijk is de bron van een onderwereldvete een drugsruzie. Maandag nog werd in Amstelveen een vrouw doodgeschoten.
De onderwereldmoorden vinden voor een belangrijk deel in Amsterdam en omstreken plaats. Tragisch genoeg heeft de onderwereldvete ook vrijwel zeker geleid tot een zogenaamde vergismoord. Stefan Regalo Eggermont (30) werd op 13 juli in Amsterdam geliquideerd. Hoogstwaarschijnlijk vergisten de schutters zich. Eggermont reed in een auto die leek op het voertuig van het ‘echte’ doelwit.
Hieronder een –niet-volledige– opsomming van liquidatieslachtoffers van de afgelopen jaren binnen de Mocro Maffia.
Redouan Boutaka (31). Marokkaanse bankovervaller. Vermoord op 22 april 2012 in een café in Amsterdam.
Najeb Bouhbouh (34). Marokkaanse crimineel, bevriend met topcrimineel Gwenette Martha. Vermoord op 18 oktober 2012 in Antwerpen.
Youssef Lkhorf (28) en Said el Yazidi (21). De Marokkanen zouden loopjongens zijn van crimineel kopstuk Benoauf A. Ook zouden ze betrokken zijn bij moord op Najeb Bouhbouh. Lkhorf en El Yazidi werden op 29 december 2012 vermoord in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt.
Souhail Laachir (26). Zou boekhouder zijn van crimineel Benaouf A. Vermoord op 26 mei 2013 tijdens een feest in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
Gwenette Martha (40). Antilliaanse topcrimineel, zat in drugshandel. Vermoord op 22 mei 2014 in Amstelveen.
Derkaoui van der Meijden (34), half-Marokkaans. Zou betrokken zijn bij de dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt eind 2012. Vermoord op 18 augustus 2014 in Amsterdam.
Samir Bouyakrichan (36, bijgenaamd Scarface). Zou machtige, kennelijk ongrijpbare crimineel zijn. Vermoord op 28 augustus in Spanje.
Luana Lux Xavier (34), Braziliaanse. Bekende van politie. Zou bevriend zijn met crimineel uit het kamp van Gwenette Martha. Op 8 december 2014 vermoord voor de ogen van haar kinderen.