Bakker hield klanten over aan hongertochten
BARENDRECHT. In zijn appartement wemelt het van historische boekjes en foto’s van Barendrecht. Voormalig brood- en banketbakker Dick Mooijaart (81) is doorkneed in de historie van zijn dorp. Zelf belandde hij er als 7-jarig Rotterdammertje, na de bombardementen in 1940. „Barendrecht had hooguit 5000 à 6000 inwoners.”
Als Rotterdammer kwam Mooijaart in een kleine agrarische gemeenschap. Een groot verschil met het huidige inwonertal van ruim 47.000. Je had vooral lintbebouwing, aan de Voordijk en de Dorpsstraat, weet de ex-voorzitter van de Historische Vereniging Barendrecht. „Later kreeg je die ook aan de Eerste en de Tweede Barendrechtseweg. Daarna is Barendrecht verstedelijkt. Alleen het oude centrum is gebleven.”
Het toentertijd sterk christelijke karakter van het dorp blijft hem bij. „Maar je had er veel tegenstellingen. Haat en nijd, bijna.” Mooijaart, zelf hervormd: „Mensen die niet naar dezelfde kerk gingen, keken elkaar niet aan.” Doordeweeks speelden de tegenstellingen minder. „Maar als hier een gereformeerd gezin kwam wonen, kwam je als hervormde bakker niet aan bod. Dat is nu gelukkig allemaal over.”
Van kinds af aan groeide Mooijaart in het bakkersvak. „Mijn grootvader van moederskant had hier een bakkerij. In de oorlog nam mijn vader die over.” Zelf hielp hij al vroeg mee in het bedrijf. „Samen met mijn vader ging ik de deuren langs met de ”kerrie”, een driewielbakfiets.” Voor die tijd deden zijn grootvader en vader dat zelfs nog met paard-en-wagen. „We moesten jagen op elke klant, samen met de elf andere bakkers in het dorp.”
Als 14-jarige ging hij alleen met de bakfiets op stap. „Daar moest je eigenlijk 16 voor zijn. Als ik een agent zag, ging ik naast de fiets lopen.” De truc lukte niet altijd. „Ik heb meerdere keren een boete gekregen. Maar de bedragen vielen mee.”
Zijn vader had na de oorlog zelfs klanten in Rotterdam-Zuid. „Die hadden we aan de hongertochten overgehouden. Mensen kwamen dan vanaf de Hoeksche Waard terug over de Oude Maas met zakjes graan of meel. Bij het inmiddels gesloopte Café Sport, op de grens van Barendrecht en IJsselmonde, stonden SS’ers die alles afpakten.” Broden mochten de mensen wel houden. Mooijaart: „Die konden ze namelijk legaal met broodbonnen hebben gekocht. Mijn vader hielp hen door brood van hun meel in zijn oven mee te bakken. Na de oorlog hebben we nog lang dankbare Rotterdamse klanten gehad.”
Ook bij de Barendrechtsebrug werd vaak gecontroleerd. „Maar toen mensen dat eenmaal wisten, probeerden ze op andere manieren de Oude Maas over te komen.” De destijds cruciale brug verdween nu 45 jaar geleden. Dat gebeurde kort na de oplevering van de Heinenoordtunnel in 1969.
Na de oorlog groeide de winkelverkoop en verdween het bezorgen bij klanten. Nadat Mooijaart de zaak in 1965 van zijn plotseling overleden vader had overgenomen, legde hij zich toe op de ambachtelijke stijl. Het was hard werken, erkent Mooijaart. „Maar hoe druk het ook kon wezen, de zondag hield ik altijd vrij.”