Syriëganger moet op zijn tellen passen
DEN HAAG. Jihadisten die naar Syrië of Irak afreizen om daar te vechten, kunnen rekenen op een celstraf van meerdere jaren, bleek gisteren in de Haagse rechtbank. Maar tegelijk blijkt dat het veel moeilijker is om jihadisten te veroordelen die in Nederland bleven.
Er werd met spanning naar uitgezien: wat voor oordeel zou het Haagse rechtbank vellen in de zaak tegen de eerste teruggekeerde Syriëganger? De uitspraak overstijgt de zaak zelf. Bij toekomstige zaken zal ongetwijfeld worden teruggegrepen op dit vonnis.
Sinds gistermiddag is duidelijk wat de rechter ongeveer voor strafmaat oplegt. Maher H., een teruggekeerde Syriëganger, kreeg van de rechtbank in Den Haag drie jaar cel. Dat was conform de eis van het openbaar ministerie. De rechter acht het bewezen dat H. zich vorig jaar zomer in Syrië had aangesloten bij een jihadistische groepering. Ook is het volgens de rechter bewezen dat H. daadwerkelijk heeft gevochten.
De rechtbank in Den Haag maakte tijdens het vonnis duidelijk dat álle reizigers naar Syrië of Irak die zich aansluiten bij jihadistische of andere gewelddadige groepen, strafbaar zijn.
Het openbaar ministerie is daar blij mee. „Iedereen die wil gaan vechten in Syrië of Irak weet nu wat hem te wachten staat”, zei persofficier van justitie Wouter Bos gisteren.
Ook de regeringspartijen zijn positief over de veroordeling van H. „Dit is een goed begin”, aldus VVD-Kamerlid Dijkhoff. PvdA’er Marcouch: „Hiermee wordt het pad naar jihadisme afgesneden.”
Maar waar Syriëgangers dus op hun tellen moeten passen, geldt dat mogelijk in veel mindere mate voor jihadisten die in Nederland blijven.
Dat bleek eveneens gisteren in Den Haag. Daar stond ook de vrouw van Maher H., Shukri F., terecht. Het paar is vorig jaar, vlak voor vertrek naar Syrië, islamitisch getrouwd. F., die zelf niet heeft gevochten, wordt gezien als het grote brein achter de radicalisering van H. Bovendien zou ze in Nederland ook anderen hebben geronseld voor de strijd. Om die reden had het OM tegen haar een zwaardere straf geëist dan tegen haar man: vier jaar cel.
Maar gisteren werd F. op alle onderdelen vrijgesproken. Volgens de rechtbank staat weliswaar vast dat F. andere vrouwen heeft gestimuleerd om naar Syrië te vertrekken, mogelijk als jihadbruid, maar dat is volgens de rechtbank geen rechtstreekse deelname aan de gewapende strijd. Dat roept de vraag op of de vele andere verdachten van ronselen wel veroordeeld zullen worden. Op dit moment lopen er 45 onderzoeken naar ronselen en jihadisme, met in totaal zeventig verdachten.
De meesten van hen zijn nooit in Syrië geweest, maar verspreiden hun gedachtegoed actief in Nederland. Pas nog werd bij enkele verdachten informatie over explosieven gevonden. Maar of daarmee een degelijke juridische basis ligt voor een veroordeling, moet nog blijken.
De vrijgesproken Shukri F. zelf ziet het zonnig in. „Als ronselen niet valt te bewijzen komt het goed met de rest”, twitterde ze gisteren na haar vrijspraak.