Dat zei een woordvoerder van het Utrechtse Pharmo-instituut maandag tijdens een persconferentie. Het instituut onderzocht de gevolgen van de kabinetsmaatregel, die jaarlijks een bezuiniging van 600 miljoen euro moet opleveren.

Het kabinet wil de vergoedingslimiet voor een groot aantal geneesmiddelen verlagen. Voor een medicament dat duurder is dan de vastgestelde vergoeding, moet de patiënt dan het verschil bijbetalen. „Vooral veel ouderen zullen dat verschil niet kunnen betalen. Dat kan gevaarlijk zijn”, zegt dr. R. M. C. Herings, directeur van Pharmo.

Vooral patiënten die lijden aan diabetes, hoge bloeddruk, depressie, epilepsie, parkinson of ziekten aan de luchtwegen kan het veranderen van medicijn ingrijpende consequenties hebben. „Bij deze patiënten gaat het vaak om het omzetten van meer dan vijf geneesmiddelen tegelijk”, waarna de medicijnen weer op elkaar moeten worden afgestemd. „Dat vergt tijd en is alleen mogelijk door een complete evaluatie van hun medicatie door verschillende behandelaren om hetzelfde effect te bereiken en bijwerkingen en verkeerde interacties te voorkomen. Alleen al door deze complexe omzettingen zullen de kosten van de zorg van deze patiënten eerder toenemen dan afnemen”, zegt Herings.

Pharmo heeft geen problemen met het vervangen van een geneesmiddel door een merkvrij en goedkoper middel dat precies hetzelfde is, de zogenaamde generieke substitutie. Krijgt een patiënt een iets anders samengestelde variant op het oude geneesmiddel -zogenoemde therapeutische substitutie- dan kan dat volgens Pharmo verlies aan kwaliteit opleveren. Dat is ook aangetoond door wetenschappelijke studies in het buitenland. Die laten zien dat patiënten hierdoor onnodig in het ziekenhuis worden opgenomen en zelfs vroegtijdig kunnen overlijden.