Het proces volgt nadat een van de nabestaanden aangifte had gedaan naar aanleiding van een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat in 2012 uitkwam. Hierin staat dat er van alles is misgegaan bij het toezicht en het uitvaren van het schip. Het Openbaar Ministerie (OM) houdt de eigenaar van het betrokken vissersbedrijf en een medewerker schuldig aan de dood van de drie opvarenden.

De Frisia voer 13 december 2010 ten noorden van Terschelling richting Lauwersoog. Het schip voer tegen een krachtige wind en golven tot 2 meter in. Omdat enkele ruimten op het schip niet goed waren afgesloten, kon er water in het vaartuig stromen. De Frisia raakte stuurloos en kapseisde, zo concludeerde de onderzoeksraad in een reconstructie.

Volgens justitie hebben de betrokkenen in strijd met de verplichte wetgeving gehandeld. Zo zou de bemanning onvoldoende gecertificeerd zijn geweest, evenals het schip zelf. Het vaartuig vertoonde al langere tijd gebreken en de overlevingspakken waren niet in orde, aldus het OM.

De eigenaar van het vissersbedrijf zei eerder al dat zijn bedrijf naar eer en geweten heeft gehandeld en dat er niks mis was met het schip. Zijn advocaat vroeg de rechtbank donderdag nog een aantal getuigen te willen horen. Die zegde dat toe en zei dat een nieuwe regiezitting nog wel een halfjaar op zich kan laten wachten.