Kuzu en Öztürk werden op zulke momenten ook wel bijgevallen door andere PvdA’ers van allochtone afkomst, maar die waren gematigder in hun stellingname. De kans dat de komende tijd nog meer PvdA’ers van Turkse komaf de fractie zullen verlaten, wordt dan ook heel klein geacht.

Volgens een bron mogen PvdA-Kamerleden met een allochtone achtergrond overigens niet allemaal over één kam geschoren worden. Er is een verschil tussen moslims en ‘seculieren’. PvdA’ers als Khadija Arib en Keklik Yücel zouden bij de laatste categorie horen.

Kuzu en Öztürk verlieten donderdag de PvdA-fractie na een conflict over het integratiebeleid van minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken). Directe aanleiding was een brief van de PvdA-bewindsman in september, waarin hij zich kritisch uitliet over conservatief-religieuze Turkse organisaties als de Süleymanci-beweging en Milli Görüs. Kuzu en Öztürk verweten Asscher een ‘uitsluitingspolitiek’ ten aanzien van deze groeperingen. Enkele weken terug hadden zij een gesprek met hun partijgenoot hierover.

„Ik had de indruk dat dat een goed gesprek was”, zegt een ingewijde. „Ze kwamen vrolijk kijkend terug.” Maar deze week barstte alsnog de bom na uitlatingen die de twee over Asscher deden op een Turkse website en in het AD.

Een fractielid zegt niet verbaasd te zijn dat het uiteindelijk misging. „We hebben geprobeerd de boel bij elkaar te houden, maar het is niet gelukt. Deze twee hadden nooit op de lijst mogen komen.”