Kabinet eens over beperking toestroom EU–werknemers
Het kabinet is het vrijdag eens geworden over de beperking van EU–werknemers uit de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Eerder waren de ministers Zalm (Financiën) en Brinkhorst (Economische Zaken) het daar nog over oneens.
Minister Zalm zei vrijdag na afloop van het kabinet dat „de grenzen opengaan, maar niet overspoeld zullen worden. Er komt een veiligheidsklep." Dit betekent dat er een limiet komt voor het aantal EU–werknemers, naar verwachting vooral Polen, dat in Nederland een werkvergunning krijgt. Hoe hoog die limiet wordt, zal premier Balkenende later vrijdag bekendmaken.
De EU wordt op 1 mei uitgebreid met tien, voornamelijk Oost–Europese lidstaten. Het tweede paarse kabinet (1998–2002) had besloten de grenzen voor werknemers uit die landen meteen te openen.
Eind vorig jaar drong Zalm er echter op aan daarmee te wachten. Hij vreesde dat Nederland overspoeld zou worden met goedkope arbeidskrachten uit Polen en andere voormalige Oostbloklanden, temeer daar onder meer Duitsland zijn grenzen nog twee jaar dichthoudt. Zalm werd bijgevallen door de CDA–bewindslieden.
Brinkhorst deelde de vrees van Zalm niet. Hij wees erop dat bij de vorige EU–uitbreiding met Spanje en Portugal er geen sprake is geweest van een grote toestroom van werknemers uit die landen.
Om uit de impasse te komen vroeg het kabinet het Centraal Planbureau (CPB) om een raming van het te verwachte aantal Oost–Europeanen dat na de EU–uitbreiding naar Nederland zal komen. Volgens de CPB–cijfers valt die toestroom wel mee. Hooguit 10.000 Polen en andere Oost–Europeanen zouden jaarlijks hier werk proberen te vinden, aldus het planbureau.