Binnenland

„Wat doen ze lief tegen elkaar, hè”

Op de oranjegekleurde Dam stijgt luid gejuich op. Een metershoog tv-scherm toont tienduizenden Oranjefans hoe Willem-Alexander en Máxima elkaars handen strelen. „Wat doen ze lief tegen elkaar, hè.”

Gert Janssen en Johannes Visscher
2 February 2002 15:25Gewijzigd op 13 November 2020 23:24

Amsterdam kleurt oranje. Vlaggetjes, petjes en zelfs feloranje slaapzakken laten de stad van kleur verschieten. Tienduizenden mensen staan rijen dik op en rond de zonovergoten Dam. De tweede van de tweede 2002 zal als een uitzonderlijk warme dag de boeken ingaan. Ook voor Oranje.

„Ik vind het hier geweldig”, geniet Kitty Pompe uit Woerdense Verlaat, terwijl ze intussen een oranje vlaggetje met het woord ”kiss” in handen krijgt gedrukt. „Het is hier gaaf. Echt. Ik geniet hiervan. Dit is een historische dag. De hele wereld kan nu zien dat hier een mooi, groot feest is. Het gaat natuurlijk om Willem-Alexander en Máxima, maar ik hoop ook mensen zoals Nelson Mandela en Kofi Annan in levenden lijve te zien. Dat zijn toch de grote vredestichters.” Dat Máxima’s vader niet van de partij is, vindt Kitty „heel erg” voor de families. Maar gezien de reputatie van de man vindt ze het „toch fijn” dat er voor deze oplossing is gekozen.

Zoals altijd is ook dit keer Staphorst present op het koninklijke feest. „De sfeer is prachtig. De mensen zijn vriendelijk”, zegt Aaltje Hooikammer, net als vier andere dames in klederdracht gestoken. „Gisteravond zijn we al op het feest in de ArenA geweest. We waren vannacht om één uur thuis. En vanmorgen om halfzes zaten we weer in de taxi.” Aaltje, gekscherend: „We kunnen wel een eigen vereniging oprichten: ”Graag Overal Vooraan.”

Onder de duizenden toeschouwers bevinden zich ook mensen van buiten de grenzen. Neem Gerhard Thallingen uit Wenen. Hij studeerde in Leiden en is nu in Nederland voor een bezoek aan studievrienden. Gerhard geniet van al het feestelijke oranje. „In Oostenrijk hebben we zulke feesten niet. De monarchie is bij ons in 1918 afgelopen. Dat vind ik wel een beetje jammer. Als bij ons een skiër een hoge prijs heeft gewonnen, is het wel feest, maar lang niet zo massaal als hier.”

Even na tienen gaat op de Dam een bewonderend gemompel op als er op een groot scherm beelden van Willem-Alexander in de Beurs van Berlage te zien zijn, waar het burgerlijk huwelijk wordt bevestigd. Ergernis is er over het feit dat er geen geluid bij de beelden is. Hierdoor kan niemand horen wat burgemeester Cohen het kersverse bruidspaar meegeeft. De jurk van Máxima valt in de smaak. „Heel mooi en klassiek. Geen tierelantijntjes. En die lange sleep, prachtig.” Als Willem-Alexander zijn geliefde een knipoog geeft, joelen de dames.

Amsterdammer Bob Broer geniet van de feestelijkheden op de Dam. „Amsterdammers staan nogal eens bekend als antimonarchisten. Maar die grote mond van ons is vooral stoerdoenerij. Als er een koninklijk feest te vieren is, staan we toch vooraan.”

Iedere afleiding is welkom voor de wachtenden voor de Nieuwe Kerk. Hoewel… Als de zoveelste cameraploeg langskomt voor een interview verzuchten ze: „Alweer Duitsers. We worden er gek van.” Feestelijk uitgedoste verkopers van houten tulpen worden weggestuurd. Ze hebben geen ventvergunning. Het wachten duurt lang en echt warm is het nu ook weer niet tussen de herenhuizen. In de verte gilt het draaiorgel dat ze maar lang mogen leven. Personeel van winkels langs de route naar de Beurs van Berlage heeft het beter bekeken. Ze staan achter het glas van de hoger gelegen etalages: hoog en warm.

Niet iedereen viert feest. Een taxichauffeur vindt het allemaal maar niks. Gefrustreerd omdat al die duizenden mensen hem nauwelijks klanten opleveren, spuit hij zijn gram over de Máxima-gekte en het koningshuis. Vooral Beatrix moet het ontgelden. „Laat dat rijke mens haar eige feessie betalen. En opeens moet hier alles opengebroken en opgeknapt worden. Dat kost de belastingbetaler klauwen met geld. Ik gooi mijn troep gewoon uit de auto. Wat kan mij dat allemaal schelen.”

De demonstranten op het Koningsplein, tijdelijk omgedoopt tot het Witte Plein, gaan nog een stapje verder. Alles wat maar ruikt naar burgerlijkheid en geld krijgt er verbaal van langs. De paar honderd geïnteresseerde linkse vogels, van cyberpunkers tot overjarige hippies, horen het gevloek en getier met gejuich aan. En op de vraag waarom er nog geen bommen liggen in de Beurs van Berlage en de Nieuwe Kerk, geeft de spreker op het podium ook antwoord. „Mijn limiet ligt bij 25.000 slachtoffers.” En hij moet ook niets hebben van de „idioten die langs de weg naar een fascistendochter staan te zwaaien.”

De meeste toehoorders staan stijf van de piercings en dragen borden met leuzen tegen Oranje en alles wat daarmee te maken heeft. Ze poseren gewillig voor fotografen en cameramensen. Ook een nep-dwaze moeder is uit de kast gerukt om de pers te woord te staan.

Uit het raam van het krakersbolwerk Vrankrijk aan de Spuistraat hangen vier benen uit het raam. Ze zijn van twee krakers die de zes bussen van de mobiele eenheid beneden op straat in de gaten houden. Aan het gebouw hangt een spandoek met de tekst: ”Oranje trouwt fout” en ”Van Jugend tot Junta”. Het dreigt even mis te gaan als een groepje punkers op de ME’ers afloopt. Die blokkeren de weg. Er ontstaat er een woordenwisseling. De paarsgekleurde republikeinen willen echter alleen maar naar het Witte Plein. En dat mag.

Politie is er volop in de stad. In uniform en in burger. Op de Dam staan zelfs twee Duitse agenten. Ze lopen stage bij het korps in Amsterdam en leren zo het begeleiden van grote evenementen. Tussen het publiek staan ook Duitsers en de pers uit dat land is in ruime mate vertegenwoordigd. Logisch. Oranje heeft immers nogal wat Duits bloed.

De Albert Heijn aan de Nieuwezijds Voorburgwal, tegenover de Nieuwe Kerk, is gesloten. Wegens een trouwerij bij de buren, staat er op de deur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer