Wad Oosterschelde verdrinkt door zandhonger
DEN HAAG (ANP). Zeeuwse schoolkinderen hebben dinsdag samen met boswachters van Natuurmonumenten een berg zand gestort voor de deur van het ministerie van Milieu. De actie moet minister Melanie Schultz van Haegen overhalen om donderdag te besluiten dat ze 12,3 miljoen euro uittrekt om de zogenoemde zandhonger in de Oosterschelde te bestrijden.
Zandhonger ontstaat bij zwakke stroming in het water. Het water heeft dan niet de kracht om zand uit geulen op te pakken en op een wad achter te laten. De Roggenplaat in de Oosterschelde wordt door zandhonger steeds kleiner en lager. Als er niks gebeurt, verdrinkt dit wad in zee. Zeehonden in de Oosterschelde hebben dan geen rustplaats meer en honderdduizenden trekvogels zijn hun leefgebied kwijt.
Natuurmonumenten noemt verdrinken van de Roggenplaat „een van de grootste natuurbedreigingen van Nederland. Het gaat hier om natuur van wereldbelang.” Als de Roggenplaat zou verdwijnen, heeft dat gevolgen voor de wereldwijde populaties van vogels als zilverplevieren, grutto’s en wulpen, stelt de vereniging.
De Oosterschelde is een nationaal park en niet in beheer bij Natuurmonumenten. Toch trekt de vereniging geld en menskracht uit om de zeearm te helpen. Ook vraagt Natuurmonumenten samen met de provincie Zeeland om 3,5 miljoen euro Europese subsidie. Daarnaast dragen de provincie en Zeeuwse gemeenten bij aan het herstelplan. Het ministerie moet de resterende 50 tot 60 procent van het benodigde geld vrijmaken. Duizenden Zeeuwen hebben getekend voor behoud van de Roggenplaat.