Verdachte moord Bouhbouh blijft ontkennen
AMSTERDAM (ANP). Benaouf A., verdacht van het regisseren van de moord op Najeb Bouhbouh, lag ten tijde van de liquidatie te slapen in het huis van een zus in Eindhoven. Dat verklaarde A. maandag op de eerste dag van zijn proces. Waar dat huis precies is, wilde A. niet in het openbaar zeggen, in verband met bedreigingen aan het adres van zijn familie.
De crimineel Najeb Bouhbouh werd op 18 oktober 2012 door twee mannen doodgeschoten voor een hotel in Antwerpen. A. heeft altijd ontkend dat hij iets met de zaak te maken heeft. „Ik ben wel een crimineel, maar geen moordenaar”, gaf hij de rechtbank te kennen.
De rechtbank sloot de deuren om A. te kunnen laten verklaren over zijn verblijfplaats op het moment van de moord.
De liquidatie van Bouhbouh is een van de eerste gewelddadigheden uit de onderwereldoorlog die al geruime tijd lijkt te woeden en tot ettelijke doden heeft geleid. Benaouf A. zou zelf doelwit zijn geweest van de uiterst gewelddadige aanslag in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, in december 2012. Twee mannen vonden daarbij de dood. A. wist te ontkomen.
Een van de veronderstelde schutters in de zaak-Bouhbouh, Rida Bennajem, is in 2013 zelf geliquideerd. Een medeverdachte pleegde zelfmoord in zijn cel. In mei van dit jaar werd een goede vriend van Bouhbouh, Gwenette Martha, met kogels doorzeefd in Amstelveen. Martha zou een een van de centrale figuren in het bloedige conflict zijn geweest, Benaouf A. zijn tegenspeler in het vijandige kamp.
Woensdag komt het OM met de strafeis tegen A.