Volgens Kamerleden zijn deze successen geheel te danken aan het staatsbezoek. „Het bezoek is een breekijzer gebleken voor verbetering van het lot van Nederlandse gevangenen in Thailand", zei VVD–Tweede–Kamerlid Wilders. Zijn CDA–collega Eurlings sprak van „een geweldige katalysator". „Zonder de koningin en de bijzondere relatie tussen het Thaise en het Nederlandse koningshuis was dit niet gelukt", zei PvdA–Kamerlid Koenders.

„Dit is fantastisch nieuws", zei Wilders. „Het staatsbezoek is zo een zeer succesvol breekijzer. Maar minstens van zo groot belang is het feit dat binnen het kabinet iedereen het nu eens was over de strategie. Niet om te zwartepieten, maar minister Donner van Justitie was hier lang op tegen. Als dat zo was gebleven, had een bezoek van de koningin niets veranderd."

Wilders wijst er verder op dat de huidige VVD–fractieleider Van Aartsen als minister van Buitenlandse Zaken enige jaren geleden er voor koos meer belang te hechten aan de omstandigheden van Nederlandse gevangenen in het buitenland. Sindsdien is vooral het verdrag met Marokko over het overnemen van gevangenisstraffen van belang geweest, het zogeheten WOTS–verdrag.

Ook PvdA–buitenlandwoordvoerder Koenders is verheugd dat „twee mensen nu vrijkomen uit de hel in de Thaise gevangenissen". Hij is het er mee eens dat een dergelijk succes niet zou zijn behaald zonder het staatsbezoek en wijst op de goede relatie tussen het Thaise en het Nederlandse koningshuis.

CDA’er Eurlings stelde dat diegenen die vantevoren nog zeiden dat koningin Beatrix maar niet moest gaan omdat het WOTS–verdrag nog niet rond was, nu ongelijk hebben gekregen. Hij prees verder het „diplomatieke voorwerk" van minister Bot van Buitenlandse Zaken en oud–minister Van den Broek die als speciaal gezant van het kabinet onlangs in Thailand met de regering onderhandelde over het WOTS–verdrag.