Het aantal aangiften van inbraak in Groningen en Haren is het afgelopen jaar gedaald van 3000 naar 2500, maakte het politiekorps woensdag bekend.

Het meent dat deze daling vooral te danken is aan de inzet van verborgen camera’s in de vang- of observatieauto’s. Waar of waarin deze worden opgesteld, wil de politie niet kwijt. Groningen is volgens een zegsman de eerste stad die gebruik maakt van deze methode.

In het afgelopen jaar werden zestien autokrakers tijdens de uitoefening van hun veelal nachtelijke praktijken op beeld vastgelegd en vervolgens aangehouden. In een aantal gevallen betrof het notoire auto-inbrekers. De politie zegt met het naar buiten brengen van de tot dusverre stilgehouden methode veelplegers voortaan ’onzeker’ te willen maken over hun pakkans.

Het openbaar ministerie in Groningen is akkoord gegaan met de opsporingsmethode. De vastgelegde beelden zijn al een aantal malen als bewijsmateriaal geaccepteerd. „Het gaat om gewone auto’s. Er wordt niet iets in het bijzonder in achtergelaten, dus het is geen uitlokking”, licht een woordvoerster van het OM toe. Het wordt daarmee gezien als geoorloofde observatie en niet als uitlokking, iets wat in Nederland niet is toegestaan.

De kosten van het project bedragen enkele duizenden euro’s. Het Groningse korps zet sinds december 2002 voornamelijk in de stad Groningen en in Haren auto’s in. Het experiment werd begonnen nadat in een deel van Groningen en Haren het aantal auto-inbraken fors toenam en werd gezocht naar effectieve maatregelen de overlast te stoppen. De methode werd overgenomen uit Engeland en Amerika. De Groningse vinding zou in Nederland nog niet eerder zijn toegepast.

Tijdens een van de acties werd een observatieauto „volgens plan” voor de draaiende camera leeggeroofd, maar vervolgens de dag erop gestolen. Na bestudering van observatieopnamen van de diefstal werd de ’politiewagen’ teruggevonden en daarmee nog net op tijd gered van de vlammen van een oudejaarsverbranding.