De „kostelijke kerk” van Streefkerk is gerestaureerd
Ze waren precies op tijd in Streefkerk. Net voordat het Rijk de subsidie voor rijksmonumenten stevig terugschroefde, deed de hervormde gemeente een aanvraag voor een grootscheepse renovatie.
Niet alleen gemeenteleden, maar ook andere dorpsbewoners waren erbij betrokken, vertelt ouderling-kerkrentmeester John de Bruijn. „We hebben veel acties gevoerd om het nodige geld bij elkaar te verzamelen. Je merkt dan dat ook niet-kerkelijken vinden dat de kerk een belangrijke plaats in het dorp inneemt. Veel van hen deden mee met de 24 uursactie die we voor de restauratie op touw hadden gezet. De opbrengst van die dag was 43.157 euro.”
De actie van de gemeente –die zich tot de Gereformeerde Bond rekent– trok de aandacht van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk en werd beloond met de Marsh/Mercer Award en een geldbedrag van 5000 euro.
Voor de zomer kwam het project gereed. Van de onderste steen tot aan de goot heeft het bedehuis in de steigers gestaan. De Bruijn: „Het voegwerk is hersteld en we hebben nieuwe voorzetramen voor het glas in lood geplaatst. Ook het glas in lood moest her en der vervangen worden. De voorzetramen vallen gelukkig bijna niet op, zeker vanbinnen niet. Dat was precies onze bedoeling. De ramen zijn zo hard dat er geen steentjes en sneeuwballen meer door gegooid kunnen worden. Dat gebeurde voor de restauratie regelmatig, aan de kant van het dorpshuis.”
Ook de goten en de regenpijpen zijn vervangen „en her en der wat leien. Dit was sinds de restauratie na de brand in 1914 niet meer gebeurd.”
De brand is voor veel Streefkerkers een mijlpaal in de geschiedenis van de kerk. Scriba Arie van Werkhoven publiceerde er eerder dit jaar een boekje over: ”’t Is onze kostelijke kerk”. De Bruijn: „Alleen de buitenmuren stonden nog overeind. Als die brand niet had gewoed, zag het er binnen nu heel anders uit. Je krijgt dat oude interieur nooit meer terug.”
De toren is, zoals zo veel torens van dorpskerken, eigendom van de burgerlijke gemeente. Een restauratie van dit bouwwerk laat nog even op zich wachten, omdat er onvoldoende middelen zijn bij de gemeente. „Dat betekent dat we een vlagverbod hebben gekregen, omdat het te gevaarlijk is om de vlag uit te steken. Dit verbod geldt voor elf torens in de gemeente Molenwaard, al zijn er torens bij die minder strenge eisen hebben opgelegd gekregen dan de onze.”
Als het aan De Bruijn ligt, stelt de gemeente de toren na restauratie open voor bezichtiging. „Je hebt een prachtig uitzicht over het dorp en de omtrek. Dat willen mensen zien.”
Op de zolder, die alleen via de toren te bereiken is, moest ook het nodige gebeuren. De boktor, liefhebber van veel oude houten kerkzolders, knaagde ook hier. „Er zijn wat balken vervangen, maar het viel qua omvang gelukkig mee. We hebben nu lastig van houtworm, dus daar moet binnenkort wat aan gedaan worden.”
In de kerk moet ook nog het nodige gebeuren. „Om de zes jaar komt een rijksmonument als dit in aanmerking voor een BRIM-subsidie. We hopen daarom over enkele jaren de muren te kunnen stuken en sauzen en ander achterstallig onderhoud te verrichten. Door de slechte staat waarin de glas-in-loodramen verkeerden, kwam er bij flinke buien water naar binnen. Je ziet nu de strepen van het vocht nog over de muren lopen.”
Na de 200.000 euro kostende renovatie is de kerk in ieder geval waterdicht. „En met het geld dat we via acties ophaalden, hebben we nu meer dan begroot.”
Restauratie Van der Kleijorgel
Tijdens de restauratie van de Dorpskerk in Streefkerk werd ook het orgel onder handen genomen. Het instrument, gebouwd door Gebr. Van der Kleij uit Rotterdam, dateert uit 1919. Er zijn nog drie vergelijkbare orgels in Nederland. In 1981 werd het geheel pneumatische orgel omgebouwd tot een elektropneumatisch orgel. Ook is toen het bovenklavier uitgebreid met een dubbelregister, de Sesqualter.
Bij de huidige restauratie is het schapenleer van de magazijnbalgen vervangen. Verder is het orgel schoongemaakt en zijn kleine blaasbalgjes vernieuw. De restauratie werd aanvankelijk uitgevoerd door de firma Scheuerman. Na het overlijden van orgelbouwer Henk Scheuerman nam firma Van den Heuvel uit Dordrecht het project over. De restauratie kostte 30.000 euro.