Marine biedt Zr. Ms. Karel Doorman aan in de strijd tegen ebola
DEN HELDER. De Zr. Ms. Karel Doorman is nog niet klaar. Toch biedt de Koninklijke Marine het schip aan in de strijd tegen ebola. Al in z’n proefperiode. De gordijntjes aan boord ontbreken nog.
De Tweede Kamer is ontevreden. Ontevreden, vooral over de aanpak van minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking. De Kamer vindt –van links tot rechts– dat ze te veel treuzelt bij de aanpak van ebola, het dodelijke virus dat vooral West-Afrika teistert. Het dodental ligt al boven de 3500.
De minister gooit daarom het roer om. Woensdag kondigde ze aan het nieuwste schip van de Koninklijke Marine in te zetten in de strijd tegen ebola. Samen met minister Hennis (Defensie) biedt ze het logistiek ondersteuningsschip aan de EU en de VN aan.
De Zr. Ms. Karel Doorman is geknipt voor het vervoer van hulpgoederen naar West-Afrika. „Hulporganisaties hebben behoefte aan medische spullen en voertuigen”, weet Ploumen. „Het blijkt lastig deze op de juiste plek te krijgen. Daarom bieden wij capaciteit aan.”
Het imponerende marineschip staat z’n mannetje. De Zr. Ms. Karel Doorman bestaat uit veel dekken en… veel lucht. De enorme hoeveelheid ruimte aan boord maakt het Joint Support Ship (JSS) juist geschikt voor het leveren van noodhulp. Het voertuigdek biedt ruimte aan auto’s met –opgeteld– een totale lengte van 2 kilometer.
Het twee voetbalvelden lange schip beschikt aan stuurboord over een 100 ton roll-on-roll-offlaadklep voor zware voertuigen. Op het heli-dek van 100 meter kan de marine met gemak twee zware Chinooktransportheli’s tegelijk parkeren.
Toch is het Nederlandse aanbod opmerkelijk. Ongebruikelijk ook. De Zr. Ms. Karel Doorman is nog niet in dienst van het koninkrijk. Sterker nog, de ‘Karel’ is niet eens af. De A833, het grootste schip van de marine ooit (204 meter lang, 30 meter breed), bevindt zich nog in z’n proeftijd.
Het 27.800 ton metende Joint Support Ship van Damen Shipyards is begin september overgedragen aan Defensie. Daarmee is het echter nog niet in gebruik. De marine heeft tijdens proefvaarten 600 mankementen ontdekt, variërend van het ontbreken van gordijntjes voor de bedden tot foutieve aansluitingen in de bedrading.
Normaal gesproken zet de marine een oorlogsschip pas in nadat het enkele oefeningen achter de kiezen heeft. De operationele inzet vóór de ingebruikstelling –medio volgend jaar– brengt risico’s met zich mee.
De tijd dringt echter. Ebola verslaat z’n duizenden. „Een crisis van ongekende omvang en ernst”, aldus Ploumen. Financieel gezien is voortijdige inzet aantrekkelijk. De EU en Nederland betalen de kosten samsam. Drie maanden varen kost 14 miljoen euro.
De eisen voor inzet zijn streng. Het schip mag niet halfvol vertrekken én alleen varen met goederen waar behoefte aan is. Bovendien moet het transport vanaf de wal zijn geregeld. Meer dan eens blijven hulpgoederen in West-Afrika op de wal steken.
Voor de Koninklijke Marine komt de mogelijke inzet niet ongelegen. De landmacht heeft een aansprekende missie in Mali, de luchtmacht in Irak. Het kan nooit kwaad om in tijden van krapte de marine in de kijker te zetten.