Offerfeest: miljoenen dieren slachten op Dierendag
Moslims in Elspeet? Een zeldzame verschijning. Behalve tijdens het Offerfeest, afgelopen weekend. De slager kan de toevloed van schapen die ritueel geslacht moeten worden, nauwelijks aan.
Het centrum van Elspeet, afgelopen zaterdag. Het is de eerste dag van het islamitische Offerfeest. Dat betekent topdrukte. Bij de Vijf Sterren Slagerij staat een heuse parkeerwacht om het verkeer in goede banen te leiden. Auto’s mogen voor deze ene keer parkeren op het terrein van de tegenoverliggende hervormde kerk.
Een paar medewerkers van de slagerij duwen vier groene containers. De damp stijgt eruit op. Ze zitten vol slachtafval. Een van de containers is lek. Een riviertje van dik, donkerrood bloed verspreidt zich over het terrein.
Binnen is het een komen en gaan van schapen. Levend komen ze de slagerij in, dood gaan ze er weer uit. Daartussen staat een islamitische slager, die ieder schaap de halsslagader en luchtpijp doorsnijdt met een scherp mes, ondertussen „Allahoe akbar” –Allah is groot– uitsprekend.
Dat het een bloederige bedoening is, laat zich raden. Een van de mensen die bij de slacht aanwezig zijn, komt even naar buiten. Zijn witte pak is tot de knieën roodgekleurd.
Texelse ram
Het hoort er nu eenmaal bij, schokschouderen de moslims die uit de wijde omtrek gekomen zijn om in Elspeet hun schaap op te halen. „Ik wilde weer een Texelse ram”, zegt een jongeman met Marokkaanse wortels uit Harderwijk. „Daar zit veel vlees aan, algauw 22, 23 kilo.”
Een oudere man uit Marokko, hij beheerst nauwelijks Nederlands, knikt. „En ze moeten een halfjaar oud zijn”, voegt hij toe. „Geboren tussen januari en maart, dat is het beste.”
Het is ook nog eens Dierendag op deze zaterdag. De grappen zijn niet van de lucht op het plein voor de Vijf Sterren Slagerij. „Dierendag is dit jaar alleen voor honden”, lacht een jonge Marokkaanse man.
Schapenmagen
In een gebouwtje naast het slachthuis verwerken een paar jongens de magen en de darmen. „Bedoeld voor hondenvoer”, zegt een van hen, terwijl hij ze schoonmaakt.
Maar niet iedere moslim wil dat ‘zijn’ maag bij een hond belandt. Heel wat zakken vol schapenmagen vinden gretig aftrek. „Daar maakt mijn moeder een speciaal gerecht van”, zegt een Marokkaanse man. Zelf trekt hij een vies gezicht. „Ik hoef het niet. Maar in Marokko is dit een delicatesse.”
Ook andere producten gaan mee. Darmen, de lever: daar maak je de lekkerste dingen van, naar het schijnt. „Zelfs de ballen worden gegeten”, lacht de jonge Marokkaan. Om vragen voor te zijn: „Nee, niet door mij. Ik wil alleen vlees. Gewoon vlees.”
De sfeer op het plein is gemoedelijk, ook al moeten sommigen even wachten op hun schaap. Ze maken van de gelegenheid gebruik om hun kofferbak extra goed van plastic te voorzien – want er druipt allicht nog wat bloed uit een dood schaap.
Betalen gebeurt contant, zo’n 220 euro per schaap. De prijs is gelijk, ongeacht het gewicht. „Ach joh”, zegt een Turkse man, „die paar kilo. Het is maar één keer per jaar.”
Drukke dagen
Heel wat slachthuizen zien, zakelijk gezien, uit naar het jaarlijks terugkerende Offerfeest. De prijs voor een lam ligt die dagen een stuk hoger dan normaal het geval is. „Dit zijn de drukste dagen van het jaar”, bevestigt Reijer Evers, mede-eigenaar van de Vijf Sterren Slagerij.
Het leek er even op dat het dit jaar minder druk zou zijn, omdat de eerste dag van het feest voor Marokkanen op zondag zou vallen – en dan is de Vijf Sterren Slagerij dicht. Maar de geleerden in Saudi-Arabië bepaalden dat het toch zaterdag werd.
Evers, die zelf een christelijke achtergrond heeft, „al ben ik niet heel belijdend”, heeft er geen moeite mee dat in zijn bedrijf dieren op islamitische wijze worden geslacht. „Die halssnede doen we niet zelf. Een islamiet moet die uitvoeren. Maar mijn compagnon Gerwin Hazeleger heeft ook een diploma. Als er geen islamiet is, schijnt ook een christen of jood het te mogen doen. Maar dat is bij ons nooit voorgekomen.”
Evers weet niet of in zo’n geval ook de naam van Allah moet worden aangeroepen. „Eerlijk gezegd heb ik me daar nooit zo in verdiept. Ik heb in elk geval niet het idee dat we hierdoor meewerken aan afgoderij. Dan zouden we ook geen lammeren mogen verkopen als we weten dat ze voor het Offerfeest gebruikt gaan worden.
Abraham
Voor de slager staat het zakelijke belang voorop. „Wij zien het puur als handel. Wij leveren een dienst. Wat iemand anders daarmee doet, is voor de verantwoording van die persoon. We vergelijken ons wel met Abraham, een rijke herenboer. Die deed ook met iedereen zaken.”
Zo denken ook andere slagers in de biblebelt erover. „Het Offerfeest komt voort uit de Bijbel”, zegt slager Theo Slager uit het Zeeuwse Sint Annaland desgevraagd. „In plaats van Izak werd er een bokje geofferd.”
Slager Slager heeft zelfs een speciale kantelkooi aangeschaft om ritueel te kunnen slachten. Dat vergemakkelijkt het uitvoeren van de halssnede. Maar dan nog mag niet iedere moslim dat doen. „Tegenwoordig is een certificaat verplicht. Vroeger was dat anders. Toen mocht iedereen het en kwamen ze soms met een bot mes aanzetten. Die tijden zijn gelukkig voorbij.”
Christelijke schapen
De aanwezige moslims bij de Vijf Sterren Slagerij op deze zaterdag vinden het wel humoristisch dat ze uit de wijde omtrek naar een dorp komen dat als christelijk bekendstaat. Een van de aanwezige Marokkaanse moslims is uit Amersfoort gekomen om een schaap te halen. Lachend: „Christelijke schapen, die zijn extra lekker.”
Voor de moslims bij de slagerij is het ondenkbaar dat het Offerfeest gevierd wordt zónder schaap, ook al zijn ze niet allemaal even principieel als het gaat over het nakomen van hun religieuze plichten. Zo is het gebruikelijk om de dag voor het Offerfeest te vasten, maar dat doet niet iedereen. „Dat geldt alleen als je van je zonden af wilt komen”, lacht een Marokkaanse jongen. „Ik had gisteren andere plannen.”
En het bezoeken van de moskee dan, zoals gebruikelijk op feestdagen? „Dat is er óók bij ingeschoten”, biecht hij op. Met een lach wijzend naar zijn broer Mo, die bij grote blauwe plastic zakken vol schaap staat af te rekenen: „Eigenlijk is het slachten van een schaap het enige waar ik me dit jaar aan houd.”
Belangrijkste feest voor moslims
Het kan veel Nederlanders zomaar zijn ontgaan, maar de afgelopen drie dagen was het Offerfeest, het grootste feest van de islam. Wereldwijd zijn miljoenen dieren ritueel geslacht als herinnering aan Abraham, die bijna zijn eigen zoon offerde – zijn zoon Ismaël overigens, en niet Izak, zo wil de islamitische overlevering.
Voor de islamitische slacht van het dier moet aan allerlei regels zijn voldaan. Zo dient de hals worden doorgesneden door een moslim die bovendien bekwaam is. Ook hoort de kop van het dier in de richting van Mekka worden geplaatst. En de slachter wordt geacht bij ieder dier „Bismillah, Allahoe akbar” uitspreken. Dat betekent zoveel als: „In de naam van Allah, Allah is de grootste.”
Het vlees van het dier –meestal een schaap– wordt voor een deel aan de armen gegeven. Soms gebeurt dat via de moskee of een voedselbank.
Het idee achter het feest is dat een moslim, net als destijds Abraham, bereid moet zijn om alles voor Allah op te offeren. Traditioneel wordt de dag voor het Offerfeest gevast, maar lang niet iedere moslim houdt zich daaraan.