Orgelman sterft uit in Amsterdam
De orgelman sterft langzaam uit in Amsterdam. Anno 2004 zijn er nog maar drie draaiorgels in de straten te vinden. Tien jaar geleden waren er in de stad nog veertien. Voor de Tweede Wereldoorlog liepen bijna veertig orgeldraaiers rond in de hoofdstad.
„Een dramatische teruggang”, vindt G. Smink van de VVD in Amsterdam-Centrum, die donderdag de noodklok luidde over de ondergang van het pierement. „Als Amsterdam niet oppast, zijn er zo meteen helemaal geen draaiorgels meer op straat.” Dat is volgens de liberalen sneu voor toeristen, die Amsterdam niet verlaten voordat ze met een orgelman op de foto zijn vereeuwigd.
Het draaiorgel ondervindt de laatste jaren steeds meer concurrentie van straatmuzikanten. Bovendien willen ondernemers geen lawaai voor hun zaak of bij hun terras. Ook het publiek is er niet gemakkelijker op geworden. Orgelmannen hebben vaker te maken met agressieve passanten. „Laatst gooide iemand een brandende aansteker in een orgel”, zegt Smink.
Stadsdeel Amsterdam-Centrum steunt de VVD. „Draaiorgels brengen vrolijkheid en nodigen bewoners en bezoekers uit tot het meedeinen en -zingen”, vindt het stadsdeelbestuur. Om de orgeldraaier voor uitsterven te behoeden, belooft het stadsdeel hem in te huren bij eigen evenementen, zoals een feestelijke opening na werkzaamheden in de straat.
In het verleden kwamen er zo veel klachten binnen over het pierement, dat het stadsdeel de vrijheid van de orgelman aan banden legde. De vaste regel is maximaal een halfuur orgelmuziek. Op sommige plekken, zoals bij de Kalverstraat, moet de orgelman na tien minuten al weg zijn.
Voor enkele plaatsen geldt een uitzondering, waar het draaiorgel langer dan een halfuur mag staan. De VVD wil dat het stadsdeel die plaatsen uitbreidt naar drukbezochte delen als het Waterlooplein en de Westermarkt (bij het Anne Frank Huis).
Voor het stadsdeel gaat dat te ver. Die heeft drie andere plaatsen op het oog, die bij de orgeldraaiers minder geliefd zijn. „Het is een kwestie van overleg met bewoners en ondernemers”, zegt Smink. „Dan is het acceptatieniveau veel groter.”