Experts verdeeld over reikwijdte missie
TILBURG. „Als Nederlandse militairen straks met F-16’s deelnemen aan bombardementen boven Irak, verkeren we zeker in staat van oorlog.”
Dat stelt prof. mr. dr. W. J. M. van Genugten, hoogleraar internationaal recht aan Tilburg University. „Er zal sprake zijn van wederzijdse gevechtshandelingen tussen Nederland en de terreurorganisatie IS. Dat is essentieel.”
Als medeoorlogvoerend land is Nederland gehouden de kans om burgerslachtoffers te maken zo veel mogelijk te verkleinen, stelt Van Genugten. „De Geneefse verdragen schrijven voor dat geweld te allen tijde proportioneel moet zijn.”
Rusland en China zullen beletten dat de VN-Veiligheidsraad instemt met militaire aanvallen boven Syrië, verwacht de hoogleraar. „Strikt genomen zal een erkend mandaat voor zulke aanvallen daarmee ontbreken. Langs de grens van Syrië en Irak ontwikkelt zich echter meer en meer een catastrofe, een humanitaire ramp. In het internationale recht roept dat de vraag op of militair ingrijpen gerechtvaardigd kan zijn als het aantoonbaar het laatste redmiddel is om zo’n ramp tegemoet te treden. Je zou dat de nood-breekt-wetredenering kunnen noemen. Ik ben benieuwd welk deel van de Kamer donderdag het standpunt deelt dat humanitaire overwegingen militair ingrijpen zonder verzoek rechtvaardigen.”
„Turkije bepaalt welke status interventie krijgt”
DEN HAAG. „Als de Nederlandse luchtmacht straks alleen in actie komt boven Irak is er strikt genomen geen sprake van oorlog.”
Dat stelt algemeen directeur prof. dr. K. Colijn van het Nederlands instituut voor internationale betrekkingen Clingendael. „Op dit moment ziet het ernaar uit dat het verzoek om hulp bij zelfverdediging van Irak de basis zal zijn van het internationale militaire ingrijpen. Daarmee heeft de missie de status van een militaire interventie: Irak is in een burgeroorlog verwikkeld met het kalifaat, en wij helpen Irak.”
Al te beladen is het debat of Nederland een grens moet trekken bij Irak wat Colijn betreft niet. „Meerdere landen hebben hun inzet op deze manier afgebakend, en het ziet ernaar uit dat Amerika daar vrede mee heeft.”
Het kabinet stelde deze week dat het breken van de militaire macht van terreurorganisatie IS dé drijfveer is om mee te doen aan de missie. „Geen strakke tijdsbegrenzing”, constateert Colijn. „Binnenlandse factoren zullen bepalen wanneer we stoppen. Bijvoorbeeld als het materieel het niet langer houdt.”
Wanneer Nederland alsnog in een echte oorlogssituatie belandt? Colijn: „Als Turkije toch besluit in het buurland Syrië een militair offensief te beginnen tegen IS en daarvoor de hulp inroept van de NAVO, inclusief Nederland.”
Zie ook pag. 7.