Doen ze dat niet, dan loopt hun ongeboren kind kans op een infectie met het cytomegalovirus (CMV). Dat kan leiden tot doofheid en mentale achterstand. Dat gebeurt bij zo’n duizend pasgeboren baby’s per jaar.

De meeste vrouwen zijn niet op de hoogte van het risico dat ze lopen door contact met lichaamssappen van peuters, zoals speeksel en urine, aldus Monique Pereboom op grond van onderzoek waarop ze vrijdag promoveerde aan het VUmc. De voorlichting hierover schiet volgens de onderzoeker tekort.

Zwangere vrouwen worden door hun verloskundige wel gewezen op de gevaren van het eten van rauw vlees, rauwe vis en rauwmelkse kaas vanwege het risico van infectie met de listeriabacterie. Ook leren ze dat ze beter niet de kattenbak kunnen verschonen. Dit verhoogt het risico op toxoplasmose.

„Bij CMV gaat het vooral om kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan. Daar kunnen ze het betreffende virus opdoen”, aldus Pereboom.

Als een vrouw in het verleden al een infectie met CMV hebt gehad, is er geen probleem. „Je kunt zo’n infectie niet nog eens krijgen. Zo’n 40 tot 70 procent van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd is echter nog nooit met het virus in aanraking geweest. Zij moeten voorzichtig zijn”, waarschuwt Pereboom. „Het reinigen van de handen met desinfecterende gel na het verschonen, kan al een groot verschil maken”, stelt ze.