Binnenland

Renkumer Van der Schouw zat in 1944 twee weken in een schuilkelder

RENKUM. Hoge stenen treden leiden naar een kille kelder. Het was in 1944 twee weken de schuilplaats van enkele Renkumse gezinnen. „Wat een angst!”

L. Vogelaar
17 September 2014 07:03Gewijzigd op 15 November 2020 12:58
RENKUM. Oud-Renkumer G. A. W. van der Schouw in de schuilkelder waar hij tijdens operatie Market Garden twee weken verbleef. In de bakken rechts lagen de kinderen, op planken erboven de volwassenen. De betonnen plaat tegen de muur links is een restant van
RENKUM. Oud-Renkumer G. A. W. van der Schouw in de schuilkelder waar hij tijdens operatie Market Garden twee weken verbleef. In de bakken rechts lagen de kinderen, op planken erboven de volwassenen. De betonnen plaat tegen de muur links is een restant van

In de kelder van de slagerij kon de 16-jarige Gerard van der Schouw net rechtop staan. „Maar ik ben niet zo groot; anderen moesten bukken.”

De nu 86-jarige Wageninger wijst met zijn wandelstok: „In die twee stenen bakken sliepen de kinderen op stro. Op de rand lag een plank; dat was mijn bed. Ik ben er nooit afgerold. Erboven werd een houten stelling gemaakt, waarop de volwassenen sliepen. Ze moesten oppassen hun hoofd niet tegen de vleeshaken te stoten. Opa lag in de stenen badkuip. Hij was erg zwak; we kregen hem nauwelijks de trap op en af. Daar bij de deur stond een emmer, als toilet. Die werd geleegd als het buiten even wat rustiger was. Dan werd er in een van de huizen soms ook snel een maaltijd gekookt.”

Daarbuiten woedde de strijd, dag en nacht. Op de 17e september waren geallieerde parachutisten geland op de hei, dichtbij. „We zagen honderden vliegtuigen laag overkomen. De lucht trilde. We klommen op het dak van de schuur en zagen de parachutisten springen. Een machtig schouwspel. Operatie Market Garden was begonnen.

De meeste geallieerden trokken richting Arnhem, maar er kwamen er ook naar Renkum. We kregen chocola en sigaretten van hen, en dachten dat de oorlog nu gauw afgelopen zou zijn.

Het werd de laatste nacht dat we in ons eigen bed sliepen. We hoorden wel wat knallen buiten, en soms rinkelde er een scherf op het dak. Vader deed ’s morgens de luiken open. Hij was nog maar net terug in huis toen er een klap klonk. Er vlogen zeventien scherven door de achterdeur. Vader was net een hoek om, dus hij bleef ongedeerd. Mijn zus kreeg een scherf in haar borst, maar heeft daar niets aan overgehouden. Het bovenste deel van opa’s asbak was weggeslagen.

Onze straat bleek weer in Duitse handen te zijn. Vader overlegde met slager Van Beek, die pal voor ons woonde. In zijn kelder zijn we weggekropen; 23 –later 19– man in een kelder van 2,5 bij 6 meter.”

In de witte zijgevel van Achterdorpsstraat 1 zit een oneffenheid, wijst Van der Schouw. „Daar ketste een granaat van de Britten af. Die zaten in de Jufferswaard, langs de Rijn. In Renkum waren de Duitsers weer heer en meester. We hoorden het ijzer van hun laarzen over de straat raspen.”

Cent uit 1943

Zitten op de rand van de stenen bakken en luisteren naar de geluiden buiten; er was weinig anders wat de Renkumers in hun schuilplaats konden doen. „En bidden, dat deden we allemaal, of we nu gelovig waren of niet. De kinderen speelden wat op de oude matten die op de vloer waren gelegd.” Door het zwarte vliegengaas in de getraliede deur en door het kelderraampje kwam frisse lucht naar binnen.

„Daar”, wijst Van der Schouw met zijn wandelstok naar de overkant van de straat, „moesten de mensen hun huis uit, want de Duitsers wilden daarvandaan de Engelsen beschieten. Sommige mensen wilden bij ons in de kelder, maar we zaten vol. Toen trokken ze verder het dorp in.”

„Weet je nog dat je deze cent in 1943 verloren hebt?” grapt L. van Gils van Historisch Genootschap Redichem. Hij overhandigt Van der Schouw het muntstuk. „De tuinman vond het gisteren pal naast de kelder.”

Evacué in Woudenberg

„Hier stond ons huis, met het huis van opa ertegenaan”, zegt Van der Schouw aan de rand van het gazon achter de vroegere slagerij. De woningen waren zo zwaar beschadigd dat ze in 1945 werden afgebroken. Pal erachter loopt nu de Europalaan. „Daar stond in 1940 een Duits kanon richting de Grebbeberg te schieten. Toen zijn we naar Wolfheze geëvacueerd, maar dat was vrijwillig en het duurde maar vijf dagen.”

Vanaf 1941 ging Van der Schouw op de fiets naar de ambachtsschool in Wageningen. De Slag om Arnhem verstoorde het normale leven. „De directeur van onze school kwam op 17 september 1944 om toen er geallieerde bommen vielen in Wageningen. Op 1 oktober werd Renkum ontruimd. We liepen naar Woudenberg. Opa (hij was 78) zat op een roodfluwelen kussen in de fietskar, vader fietste, ik had een touw om mijn borst waarmee ik hielp de kar voort te trekken.

We kregen gastvrij onderdak bij de familie Van Asselt aan de Rumelaarseweg. Die mensen hebben rijtuigen geregeld voor de begrafenis van opa, die in november overleed. Vanachter de zwarte gordijntjes gluurde ik naar de Duitsers langs de weg: als 16-jarige kon ik als arbeider worden ingezet, dus ik hield me zo veel mogelijk schuil.

Ik sliep in het hooi op de hilt, boven de koeien. Mijn persoonsbewijs had ik daar in het dak verstopt en op de lat ernaast een kruisje gezet. Om jonger te lijken dan ik was, bleef ik in een korte broek lopen. Tegen de Duitsers zei ik dat ik veertien was.”

Operatie Market Garden was gedeeltelijk geslaagd, maar het gebied ten noorden van de Rijn bleef nog bezet. „De Duitsers gebruikten deuren uit ons huis om in de stuwwallen hun loopgraven te versterken.”

Doedelzakken

De rooms-katholieke evacués hielden diensten in de school achter de hervormde kerk van Scherpenzeel. „Tijdens een dienst ben ik naar buiten gevlogen toen ik doedelzakken hoorde. Ze speelden ”Amazing Grace.” Daar kwamen de bevrijders! Ik heb staan janken, want nu wist ik zeker dat ik vrij was. Het grijpt me nog altijd aan als ik dat lied hoor.”

De familie ging terug naar het geteisterde Renkum, waar ze een andere woning kreeg toegewezen. Opa’s graf bleef achter in Woudenberg.

Vele keren vertelde Van der Schouw op een school in Renkum of Heelsum over de oorlog. Vele keren daalde hij met een klas af in de kelder. „Een van de kinderen vroeg: Is dit net als de oorlog in Syrië? Ik waarschuwde de kinderen toen de p’s van pesten en plagen te vervangen door de v’s van vrede en vrijheid.”

www.gerardvanderschouw.blogspot.nl www.renkumseschuilkelders.blogspot.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer