OVSE: veiligheid in rampgebied blijft dun ijs
HILVERSUM (ANP). Door het staakt-het-vuren in Oost-Oekraïne lijkt het weliswaar veiliger in het gebied waar de brokstukken van de neergeschoten Boeing liggen, maar het blijft „dun ijs”. „En dun ijs kan breken.” Dat is de inschatting van Alexander Hug, het plaatsvervangend hoofd van de waarnemersmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
In een interview met Sven Kockelmann dat de KRO donderdagavond uitzendt, benadrukt Hug dat de Nederlandse regering zelf moet inschatten of het veilig genoeg is om er weer onderzoekers naartoe te sturen. De Zwitser en zijn team waren als een van de eersten ter plaatse nadat het toestel op 17 juli was neergestort.
Het kabinet wil zodra de veiligheidssituatie het toelaat de bergingsmissie in het rampgebied hervatten. Die werd begin augustus al snel afgebroken omdat de gevaren te groot waren.
Hug durft zich niet te wagen aan een veiligheidsadvies. Wel raadt hij in het algemeen aan alles te coördineren met de Oekraïense regering en de rebellen in het gebied. Als de Nederlandse overheid hulp wil van de OVSE, stelt de organisatie graag haar contacten en expertise ter beschikking.
De regering in Kiev en de separatisten die naar aansluiting bij Rusland streven spraken vorige week af de wapens neer te leggen. Het is sindsdien echter herhaaldelijk geschonden. Daarom is de zoektocht naar mogelijke lichaamsresten en spullen van slachtoffers nog altijd niet hervat.
Politiecommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg, de leider van het repatriëringsteam, reisde woensdag af naar Kiev om de veiligheidssituatie in te schatten.