Studium generale over individualisering in gereformeerde gezindte gestart
APELDOORN. Mijn gezin lijkt wel een duiventil, verzucht een moeder ’s avonds om zes uur. Gezamenlijk eten lukt maar zelden en als het al lukt, zorgen piepende mobieltjes continu voor onrust. Samen beginnen en eindigen, is er nauwelijks meer bij. Ze concludeert verdrietig: de boze is bezig de traditionele gezinsmaaltijd af te pakken.
Met dit voorbeeld begon W. Büdgen, voorzitter van het college van bestuur van het Wartburg College in Rotterdam, woensdagavond zijn verhaal voor enkele tientallen hoorders in het gebouw van de Erdee Media Groep in Apeldoorn. Het was de aftrap van een studium generale naar aanleiding van het bij De Banier uitgegeven boek ”Dat voel ik toch anders. Individualisering in de gereformeerde gezindte”. Voordat Büdgen met zijn lezing begon, overhandigde W. B. Kranendonk namens de uitgeverij het eerste exemplaar aan bestuurder L. N. Rottier van Driestar Educatief.
Büdgen verving ds. W. Visscher, die wegens familieomstandigheden was verhinderd. Hij knoopte met de nodige soepelheid zijn eigen verhaal en ds. Visschers bijdrage aan elkaar. Rode draad: secularisatie, materialisme en individualisering typeren de huidige westerse wereld en beïnvloeden de kerk.
Harry Mulisch
Van het eerste is sprake als het „alzo spreekt de Heere” wegvalt, zegt Büdgen. „Aan Harry Mulisch werd ooit gevraagd waarom hij zijn buurman die telkens voor overlast zorgde geen dreun verkocht. „Daar moet ik even over nadenken”, antwoordde de schrijver.” Met andere woorden, zegt Büdgen, Mulisch wist niet waar hij zijn normen op baseerde.
Aan materialisme, het tweede verschijnsel, kleven voor- en nadelen, vindt Büdgen. Stijgende welvaart heeft veel goeds gebracht, maar het gaat mis als mensen hun geluk vooral in het hier en nu zoeken.
Individualisering, als derde symptoom, blijkt volgens de schoolleider niet zozeer uit het feit dat iedereen alleen voor zichzelf leeft, maar uit het gegeven dat relaties tussen mensen vooral in het teken staan van: „wat heb ik eraan?” Dat zorgt voor chaos, aldus Büdgen. „De boodschap die vroeger via de straat, krant, kerk, gezin en school tot me kwam, was in grote lijnen hetzelfde. Nu horen jongeren van alle kanten tegenstrijdige opvattingen over goed en kwaad. Dat zorgt voor verwarring, staat een Bijbelse gewetensvorming in de weg en is een enorme aanjager van het individualisme.”
Urgent
Volgens Büdgen is het belangrijk dat expliciet en impliciet leren weer in balans komen. Daarmee bedoelt hij dat uit het hoofd leren van waarden en normen, maar ook de geloofsleer, in het dagelijks leven handen en voeten moet krijgen „zodat het concrete leven met de Heere naar hen toekomt.” Omdat de huidige maatschappij steeds verder van het christelijk geloof af groeit, is het volgens de schoolleider „urgent” dat er in kerk, school en gezin een tegenbeweging op gang komt.
Voor geloofszaken geldt dat jongeren veel opener zijn dan hun ouders vroeger waren, stelt Büdgen. Hier liggen volgens hem aanknopingspunten. Het kost weinig moeite om echt met hen in gesprek te raken. „Begin er maar mee, ook al vindt u het moeilijk. Dat mag best een stuntelige poging zijn, jongeren zullen dat juist waarderen.”
Getuigen
Het is lastig om iets te vinden wat tegenspraak oproept, zei dr. M. J. Kater, die optrad als coreferent. Volgens hem wordt iedereen in meer of minder mate beïnvloed door secularisatie, materialisme en individualisering. De hoofddocent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn waarschuwde voor goedkope oplossingen. „Als een moeder haar kinderen verbiedt om tijdens het eten mobieltjes boven tafel te halen, dan is dat natuurlijk goed, maar niet genoeg.” „Wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds”, citeerde dr. Kater Romeinen 12:2.
Dat is zowel een gave als opgave. „Het is waar, alleen de Heilige Geest kan dat in ons werken. Maar tegelijk doet dit Woord een appel op ons. We hebben ons gemoed en denken te vernieuwen. Dat moet in de prediking aan de orde worden gesteld. Ook dienen we hiervan in onze samenleving te getuigen.”
Het studium generale krijgt vrijdag een vervolg in Goes. Dr. ir. S. M. de Bruijn houdt dan een referaat over nieuwe media met dr. R. Bisschop als coreferent. De afsluiting is op 15 oktober in Gouda met dr. P. Overeem en mr. C. G. van der Staaij.