Operatie Market Garden na zeventig jaar herdacht
Een onafzienbare luchtvloot trok over Nederland; parachutisten landden op de heide. Zeventig jaar geleden verrasten de geallieerden de Duitsers met operatie Market Garden. Die bleek één brug te ver gepland te zijn, maar de andere werden dan toch maar veroverd: het zuiden van Nederland was vrij, het noorden moest eerst de Hongerwinter nog door.
Elke rivier was een barrière voor de oprukkende bevrijders. Operatie Market Garden had tot doel in Nederland al die barrières in één keer te nemen. Zo wilden de geallieerden een doorgang naar Duitsland forceren zonder eerst de zwaar verdedigde Siegfriedlinie (Westwall) te moeten bedwingen. Na het oversteken van de Rijn zou de weg vrij zijn om op te rukken naar het belangrijke industriegebied rond de Ruhr. Het naziregime moest vóór de winter op de knieën worden gedwongen.
De grondtroepen stormden op die 17e september 1944 vanuit het pas bevrijde België Nederland binnen. Om te voorkomen dat de Duitsers vitale bruggen zouden opblazen of de opmars op een andere wijze zouden vertragen, werd ook 41.628 man aan luchtlandingstroepen ingezet. De ruim 1700 vliegtuigen vlogen ook 5000 ton uitrusting en 1900 voertuigen in. De Britten landden tussen Renkum en Wolfheze, de Amerikanen tussen Eindhoven en Nijmegen.
Operatie Market was de grootste luchtlandingsoperatie ooit. Operatie Garden was de campagne om de luchtlandingstroepen bij de veroverde bruggen te hulp te schieten.
Eerst kwamen de bommenwerpers. Zij probeerden het Duitse luchtafweergeschut onklaar te maken. Dat ging niet altijd goed. In Wageningen lieten de Amerikanen die zondagmorgen in een paar minuten tijd zo’n 160 bommen vallen. Ze waren bestemd voor het luchtafweergeschut bij het Lexkesveer, maar kwamen zo’n 800 meter noordelijker terecht, midden in woonwijk Sahara. Het kostte veertig mensen het leven. Kerkgangers die op weg naar huis waren, liet zich langs de weg op de grond vallen.
Later op de dag voltrok zich een schouwspel dat degenen die het meemaakten nooit meer vergeten zijn: de luchtarmada die overvloog, de zweefvliegtuigen die zich losmaakten en de landing inzetten, zwermen parachutisten die neerdaalden. Juichend en zwaaiend stonden de mensen op straat of op het dak van hun huis. De bevrijders kwamen, eindelijk! Nu zou de oorlog gauw afgelopen zijn.
Stagnatie
De geallieerden kregen echter met tegenslag te maken. De opmars langs de weg van Son naar Grave –later vanwege de gevechten omgedoopt tot ”Hell’s Highway”– verliep moeizamer dan ze hadden gedacht.
Het grondoffensief kwam tot de Over-Betuwe, net ten noorden van Nijmegen. Daarmee was het grootste deel van Market Garden geslaagd. Arnhem bleek echter een brug te ver. Als redenen voor de mislukking zijn genoemd: een te grote afstand tussen de luchtlandingzones en de bruggen bij Arnhem en Nijmegen, communicatieproblemen, de moeizame opmars van de grondtroepen en fouten bij het opperbevel.
De opmars van de bevrijders naar de Gelderse hoofdstad stagneerde; slechts één groep bereikte de Rijnbrug en hield daar dapper stand. De Duitsers waren verrast, maar herstelden zich snel. Uiteindelijk moesten de geallieerden zich terugtrekken in een bruggenhoofd (perimeter) rond de Oosterbeekse villa Hartenstein. Toen versterking uitbleef en de toestand onhoudbaar werd, slopen de oververmoeide soldaten door de uiterwaarden en staken ze de Rijn over, naar de bevrijde Over-Betuwe.
Kritiek
Volgens sommige Amerikanen was Arnhem overigens helemaal geen brug te ver, maar was de mislukking van het noordelijkste deel van de operatie te wijten aan de Britten. De latere NAVO-secretaris-generaal lord Carrington was commandant van een van de eerste Britse tanks die over de pasveroverde Waalbrug ten noorden van Nijmegen reden. Daar hield hij halt, in plaats van zijn landgenoten die bij de Arnhemse brug in het nauw zaten te hulp te schieten. Hij zei dat hij zonder bevel van zijn meerdere niet mocht oprukken. En die meerdere, generaal Horrocks, gaf dat bevel niet, omdat het te riskant zou zijn.
Anderzijds is het de vraag of het met hulp van de Britten uit Nijmegen wel gelukt zou zijn. De luchtlandingstroepen bij Arnhem waren slechts lichtbewapend en konden zich moeilijk verdedigen tegen de Duitse pantseraanvallen. Dat het een riskant deel van de operatie was, was van tevoren al duidelijk. De geallieerde opperbevelhebber Montgomery had de aanval op Arnhem doorgedrukt, tegen de zin van anderen in. De Britse auteur David C. Boyle ging overigens wel erg ver toen hij concludeerde: „Als de geallieerden de operatie in Arnhem volledig hadden gesteund (vele leiders waren hier fel op tegen), hadden ze misschien in het zuiden van Duitsland kunnen doorbreken en hadden duizenden levens gespaard kunnen worden. Bovendien hadden Oost-Berlijn en Praag dan een democratisch bestuur kunnen krijgen.”
Evacuatie
In de weken na Market Garden breidden de geallieerden hun gebied moeizaam uit, onder andere door gedeelten van Zeeland en Noord-Brabant te veroveren. Van een snelle opmars was geen sprake meer.
West-Nederland ging een hongersnood tegemoet. De regering-in-ballingschap had spoorwegwerknemers gevraagd het werk neer te leggen. Die staking keerde zich echter niet alleen tegen de Duitse oorlogsinspanningen, maar ook tegen de eigen bevolking: er mocht nauwelijks voedsel meer naar het westen worden gebracht.
Het frontgebied langs de grote rivieren werd ontruimd omdat het er te gevaarlijk was of omdat de Duitsers wilden voorkomen dat de bevolking de bevrijders zou helpen. Zo brachten de inwoners van plaatsen als Opheusden, Arnhem, Renkum en Wageningen de laatste oorlogswinter elders door. De één zat in bevrijd gebied, de ander bleef nog bijna acht maanden onder de knoet van de bezetter. Toen de evacués na de Bevrijding terugkeerden, bleek dat er in hun woonplaatsen veel verwoest was.
De geallieerden smeedden nieuwe plannen om door te dringen tot het hart van Duitsland. Een Canadees-Brits leger viel in februari 1945 vanuit het Rijk van Nijmegen het Rijnland binnen, maar kon pas op 24 maart de rivier oversteken, nu bij het Duitse Wesel. Zo begon ook de bevrijding van Oost-Nederland.
Herdenking Market Garden
Langs de route die de bevrijders in september 1944 door Noord-Brabant en Gelderland kozen, zijn tal van activiteiten georganiseerd, waarvan er hier enkele worden genoemd. Op marketgarden70.nl staat een uitgebreide evenementenkalender.
Met het hijsen van twee Airbornevlaggen op het bordes van het Huis der Provincie in Arnhem geven de Gelderse commissaris van de Koning, Cornielje, en de Arnhemse burgemeester, Kaiser, op maandag 15 september om 9.00 uur het startsein voor de herdenking. Vlak voor het hijsen van de vlaggen is er een fly-past van twee oude vliegtuigen van de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht: een Harvard IIB en een Beechcraft 18.
In het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek is tot 18 september de tentoonstelling ”Routes of Liberation. European Legacies of WW2” te bezichtigen.
De hele maand september is op het grasveld voor het Raadhuis in Ede een buitententoonstelling te zien met foto’s van de landingen in september 1944 en van latere herdenkingen.
Bij Veghel strijken honderden mensen neer die van 12 tot 21 september een ”basecamp” uit de Tweede Wereldoorlog naspelen.
Van 15 tot 20 september beginnen dagelijks om 14.00 uur ”Slag om Arnhem wandel- en fietstochten met gids” (>>wandeleninarnhem.nl).
Van 16 tot 21 september heeft in Arnhem jongerenconferentie Youcee plaats. Tweehonderd scholieren uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, Polen, Tsjechië en Nederland staan stil bij de prijs die is betaald voor een vrij en democratisch Europa. Ze debatteren over vrede en vrijheid, bezoeken de Airborneherdenkingen en ontmoeten veteranen.
Op dinsdag 16 september bouwen Nederlandse genisten een baileybrug over het Wilhelminakanaal bij Son. De volgende ochtend rijdt een colonne historische voertuigen over die brug. ’s Middags houdt 82nd Airborne Division een demonstratie in Grave, waarbij ze met hun Blackhawkhelikopters de John S. Thompsonbrug innemen. Donderdag 18 september doen ze in Groesbeek een paradropping, waarna er een ontmoeting met het publiek is. Op zaterdag 20 september springen para’s van diverse nationaliteiten op de Ginkelse Hei bij Ede, terwijl Poolse militairen tussen 13.30 en 14.00 uur een sprong maken bij Driel. Bij de herdenking in Driel is koning Willem-Alexander aanwezig. De Poolse president, Komorowski, en minister Hennis van Defensie houden een toespraak.
Om het honderdjarig bestaan van de geestelijke verzorging in de krijgsmacht aandacht te geven, neemt legerpredikant ds. J. D. de Bruin als parachutist deel aan de dropping bij Driel.
Op donderdag 18 september om 15.30 uur steken de Liberation Task Force en de Koninklijke Landmacht met bootjes de Rijn over bij veerpont Driel/Oosterbeek.
In de Eusebiustoren in Arnhem is van 18 september tot 31 augustus 2015 de tentoonstelling ”Slag om Arnhem – Onvoltooid verleden” te bezichtigen. Bezoekers hebben vanaf de 93 meter hoge toren uitzicht over de wijde omgeving, inclusief de brug waarom zo hevig gevochten is.
Oktober is Maand van de Geschiedenis, met als thema ”Vriend en Vijand.” Het Airborne Museum trakteert bezoekers op een Vriend & Vijand Ontdekkingsroute, met verhalen over bijzondere vriendschappen en onverwachte vijanden.
Noodlanding op Flakkee
Een van de zweefvliegtuigen die op weg waren naar de regio Oosterbeek/Renkum, moest een noodlanding maken op Flakkee, omdat de sleepkabel brak door een bijna-botsing met een Dakota. De Duitsers namen de beide piloten en drie inzittende soldaten gevangen.
Stichting WO2GO spoorde een van de piloten, Douglas Smithson, op en bezocht hem in 2010 in zijn woning in Engeland. Hij had al die jaren in de veronderstelling verkeerd dat hij een noodlanding op Schouwen had gemaakt en daardoor had hij nooit informatie over het ongeval kunnen terugvinden.
De stichting heeft nu een boekje samengesteld, mede aan de hand van Smithsons dagboek. Dat wordt op 20 september gepubliceerd.
>>wo2go.nl