Rechtbank ziet geen aanwijzing voor Syrië-reis
UTRECHT (ANP). De rechtbank in Utrecht heeft geen redenen gevonden om aan te nemen dat de twee gezinnen uit Huizen op korte termijn van plan zijn om naar Syrië te vertrekken. Bij het ene gezin is daarvoor geen enkele aanwijzing gevonden en het andere gezin heeft verklaard dat er wel emigratieplannen zijn, maar niet nu en zeker niet naar Syrië.
Dat blijkt maandag uit de beslissing van de rechtbank om de zes kinderen uit de twee gezinnen weer naar huis te laten gaan. De rechtbank gelooft niet dat er een risico bestaat dat de ouders met hun kinderen zullen onderduiken.
Het Openbaar Ministerie zegt niet te kunnen reageren op de conclusies van de rechtbank in deze procedure. „Wij zijn verantwoordelijk voor het strafrechtelijk onderzoek”, legt een OM-woordvoerster uit. En deze uitlatingen van de rechtbank zijn volgens haar geen oordeel in het strafrechtelijke traject in deze zaak.
Er is geen reden dat er overheidstoezicht op de kinderen moet zijn, aldus de rechtbank. Daarom is zowel de uithuisplaatsing als de voorlopige ondertoezichtstelling van de kinderen opgeheven. Op 29 augustus besloot de kinderrechter dat er sprake was van een crisissituatie in beide gezinnen. Daarom werden de kinderen ondergebracht op pleegadressen en werden de ouders voorlopig voor 3 maanden onder toezicht gesteld.
Drie van de vier betrokken ouders zijn gewoon weer thuis, zodat ze voor hun kinderen kunnen zorgen, meent de rechtbank. De Raad voor de Kinderbescherming heeft maandag tijdens de zitting geen zorgen over de kinderen gemeld, geen zorgen geuit over hun opvoeding noch op andere onveilige omstandigheden gewezen. De raad gaat wel nader onderzoek doen en daaraan zullen de ouders meewerken, hebben zij gezegd.
De twee vermeende ‘jihadgezinnen’ kunnen Nederland niet verlaten, aangezien hun paspoorten vervallen zijn verklaard. Ze kunnen daardoor ook geen nieuw paspoort aanvragen.